Transport en opslag
Let op
Het apparaat kan beschadigd raken als het niet correct
wordt opgeslagen of getransporteerd.
De informatie m.b.t. het transport en de opslag van het
apparaat opvolgen.
Transport
Het apparaat is voorzien van een handgreep voor eenvoudig
transport.
Vóór elk transport de volgende instructies opvolgen:
• De CEE-stekker van het netsnoer (1) van de netaansluiting
loskoppelen.
• De aangesloten verbruikers loskoppelen van de beide
CEE-koppelingen (4).
Opslag
Houd bij het niet gebruiken van het apparaat rekening met de
volgende opslagcondities:
• droog en tegen vocht en hitte beschermd
• op een plaats die beschermd is tegen stof en direct
zonlicht
• evt. met een hoes tegen indringen van stof beschermen
• de opslagtemperatuur moet voldoen aan het in hoofdstuk
technische gegevens opgegeven bereik.
In gebruik nemen
Waarschuwing voor elektrische spanning
Werkzaamheden aan elektrische onderdelen mogen
alleen door een elektromonteurs worden uitgevoerd!
Waarschuwing voor elektrische spanning
Voor alle werkzaamheden aan het apparaat de
netstekker uit het stopcontact verwijderen!
Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
De netstekker van het netsnoer uit het stopcontact
trekken door de netstekker vast te pakken.
• Voorkom struikelgevaar bij het leggen van de netkabel,
resp. andere elektrische kabels bij het opstellen van het
apparaat. Gebruik indien nodig kabelbruggen.
• Zorg dat verlengsnoeren volledig zijn uit-/afgerold.
• Het apparaat niet afdekken.
• Leg geen andere voorwerpen op het apparaat.
• Steek de CEE-stekker in een volgens de voorschriften
afgezekerd stopcontact.
NL
Bediening
Stroomverdeler aansluiten
Waarschuwing voor elektrische spanning
Het apparaat heeft geen aardlekschakelaar!
Het apparaat alleen aansluiten, als u heeft
gewaarborgd dat de netaansluiting een
aardlekschakelaar heeft.
ü De beide 3-polige leidingbeveiligingsschakelaars (5, 6)
staan in de schakelaarstand I.
1. De CEE-stekker van de voedingskabel (1) in een correct
afgezekerd CEE-stopcontact met een afzekering van 32 A
steken.
2. Leg de voedingskabels naar de aan te sluiten verbruikers.
Voorkom struikelgevaar bij het leggen van de kabels.
3. De voedingskabels van de verbruikers aansluiten op
CEE-koppelingen (4) van de stroomverdeler. Hierbij de in
het hoofdstuk technische gegevens opgegeven
prestatiegegevens aanhouden.
Leidingbeveiligingsschakelaar
Het apparaat heeft per uitgang een 3-polige
leidingbeveiligingsschakelaar (5, 6), die de aangesloten
leidingen en verbruikers beschermen tegen overbelasting en
kortsluiting. De beide leidingbeveiligingsschakelaars (5, 6) en de
bijbehorende CEE-koppelingen (4) zijn genummerd met 1 en 2.
Ga als volgt te werk als een van de beide
leidingbeveiligingsschakelaars (5 of 6) wordt geactiveerd:
1. Open de beschermklep (2) boven
leidingbeveiligingsschakelaars.
2. De leidingbeveiligingsschakelaar (5 of 6) naar de
schakelaarstand I schakelen.
3. Wordt de leidingbeveiligingsschakelaar (5 of 6) opnieuw
geactiveerd, ontkoppel dan het stroomcircuit/de verbruiker
van de bijbehorende CEE-koppeling (4) op basis van het
nummer.
4. Laat het defecte stroomcircuit/de verbruiker door een
opgeleide elektromonteur of een elektrotechnische
vakbedrijf controleren.
stroomverdeler PV30
5