54
Opties
Ketelsturing
Ketelsturing via analoge uitgang (uitsluitend
HCE80/HCC80) op externe regelaar aansluiten
De analoge uitgangsspanning is
afhankelijk van de afsluiterstand.
Strip de aansluitingen over 5,5 mm
1
(zie uitklappagina Fig. 5).
Sluit de ketelsturing aan
2
(zie uitklappagina Fig. 4 (9)).
Bij de regelaars MCR 200, MCR 40, ZG 252 N,
Panther en Smile is ketelsturing mogelijk.
3
Sluit de ingangen conform de meegeleverde
gebruiksaanwijzing aan op de zoneregelaar
(massa-ingang op klem 6, TW-ingang op klem 5).
Ketelsturing realiseren via draadloze
verbinding (met BDR91)
Afhankelijk van de afsluiterstand wordt
het relais in- en uitgeschakeld.
Ketelsturing realiseren met geïntegreerd relais 42 V AC,
potentiaalvrij contact (uitsluitend HCE80R/HCC80R)
Afhankelijk van de afsluiterstand wordt
het relais in- en uitgeschakeld.
Strip de aansluitingen over 5,5 mm
1
(zie uitklappagina Fig. 5).
Sluit de ketelsturing aan
2
(zie uitklappagina Fig. 4 (9)).
Opties
Relaismodule voor aansturing van de
warmtebron toewijzen
Afhankelijk van de warmtevraag van de geïnstalleerde
zones schakelt de relaismodule BDR91 de warmtebron in.
Toewijzing ketelsturing BDR91
Houd de knop op de relaismodule
1
BDR91 gedurende 5 seconden ingedrukt
om de toewijs-modus te activeren.
De rode LED op de relaismodule
knippert 0,5 s aan/0,5 s uit.
Druk op de installatieknop
2
van de zoneregelaar.
Na een geslaagde toewijzing dooft
de rode LED van de relaismodule.
Druk opnieuw op de installatieknop
3
weergavestand te verlaten.
van de zoneregelaar om de