2
Temperatuurdetectie (DMP-400, DCP-400)
De hitte detector werkt conform de eisen van de A1R (EN 54-5) klasse. De detector
informeert het brandmeldsysteem wanneer de temperatuur hoger is dan 54 °C of te snel stijgt
(zie: Tabel 1).
Stijging van de
luchttemperatuur
1°C/min
3°C/min
5°C/min
10°C/min
20°C/min
30°C/min
Tabel 1. Limieten voor de reactietijd van de stijgingssnelheid voor de warmtesensor.
Brandalarm
De
detector
rookconcentratie/temperatuur. Op basis van deze informatie beslist het brandmeldsysteem of
aan de criteria voor de alarmconditie wordt voldaan.
Brandalarm signalering
Het alarm wordt gesignaleerd door het knipperen van de rode led. Dit maakt het
gemakkelijker om de detector te lokaliseren. Als de detector op een moeilijk bereikbare
plaats is gemonteerd en de led niet zichtbaar is, wordt aanbevolen de nevenindicator
WZ-110 op de detector aan te sluiten. De indicator dient op een zichtbare plaats te worden
aangebracht.
Led indicatie
De led geeft het volgende aan:
• brandalarm – knippert rood,
• defecte detector – knippert geel,
• testmodus – knippert geel,
• detectoractivering in testmodus – knippert afwisselend rood en geel,
• supervisie – knippert elke 24 seconden (optioneel).
Detectie van vuilophoping in de optische kamer
De detector controleert de status van de optische kamer. Stofafzetting daarin kan leiden tot
het slecht functioneren van het apparaat. Wanneer er vuil in de optische kamer ophoopt,
wordt dit door het brandmeldsysteem gesignaleerd.
3
Selecteer de installatie locatie
• De detector is ontworpen voor binnen toepassing.
• De detector dient aan het plafond te worden gemonteerd.
• Installeer de detector niet op plaatsen met een hoge concentratie stof.
DMP-400 / DRP-400 / DCP-400
Ondergrens responstijd
informeert
het
29 min
7 min 13 s
4 min 9 s
1 min
30 s
20 s
ACSP-402
brandmeldsysteem
Bovengrens responstijd
40 min 20 s
13 min 40 s
8 min 20 s
4 min 20 s
2 min 20 s
1 min 40 s
over
SATEL
de