Spuiten
Spuittechnieken
Gebruik een stukje karton om deze basis
spuittechnieken te proberen alvorens u begint
te spuiten op het oppervlak.
•
Houd het spuitpistool op 30 cm (12 inch)
van het oppervlak en richt recht op het
oppervlak. Als u het spuitpistool naar
een directe spuithoek kantelt, krijgt
u een ongelijkmatige afwerking.
•
Draai uw pols zodat het spuitpistool recht
gericht blijft. Heen en weer zwaaien
naar een rechtstreekse spuithoek zorgt
voor een ongelijkmatige afwerking.
GELIJKMATIG RESULTAAT
gelijk-
matig
resultaat
ONGELIJKMATIG RESULTAAT
dik
ongelijk-
matig
resultaat
dun
GELIJKMATIG RESULTAAT
ONGELIJKMATIG RESULTAAT
dun
24
dik
dun
Gebruik van de
pistooltrekker
Knijp de trekker in nadat u de spuitbeweging
begonnen bent. Laat de trekker los voordat u
de spuitbeweging beëindigt. Het spuitpistool
moet in beweging zijn wanneer de trekker
wordt ingedrukt en losgelaten.
BEGIN
DUW DE
STROOK
TREKKER VAN
HET PISTOOL IN
Het spuitpistool richten
Richt de tip van het pistool op de onderrand
van de vorige strook en zorg dat de helft van
de strook steeds wordt overlapt.
DOORGAAN
LAAT DE
EINDE
TREKKER LOS
STROOK
Horizontaal
spuiten
Verticaal
spuiten
3A6680G