Apparaatinstellingen
nl
2
Apparaatinstellingen
U kunt de volgende
A p p a r a a t i n s t e l l i n g e n
apparaatinstellingen direct activeren/
deactiveren of onder à overige
apparaatinstellingen wijzigen.
Apparaat inschakelen.
1.
Op c drukken of c ingedrukt
2.
houden en naar boven vegen.
Er wordt een menu weergegeven.
Kinderslot
U kunt het kinderslot van het apparaat
activeren of deactiveren. Als u het
kinderslot activeert, verhindert u het per
ongeluk bedienen van het paneel.
Apparaatinstelling als volgt activeren:
Op w drukken.
Het kinderslot is geactiveerd.
Aanwijzingen
U kunt het kinderslot na het
■
inschakelen van het apparaat altijd
activeren.
Het kinderslot blijft ook in stand-by
■
van het apparaat geactiveerd. Om
het bedieningspaneel na het
inschakelen van het apparaat te
kunnen bedienen, moet u het
kinderslot deactiveren.
38
Apparaatinstelling als volgt
deactiveren:
Op een willekeurige plaats van het
1.
display drukken.
Op het display verschijnt een
aanwijzing.
Kinderslot deactiveren gedurende
2.
3 seconden indrukken.
Het kinderslot is gedeactiveerd.
Geluidssignalen
U kunt de geluidssignalen van het
apparaat activeren of deactiveren. Als u
de geluidssignalen deactiveert, gebruikt
u het apparaat zonder bedienings- en
aanwijzingssignalen.
Apparaatinstelling als volgt activeren/
deactiveren:
Op C / D drukken.
De geluidssignalen zijn geactiveerd/
gedeactiveerd.
Overige apparaatinstellingen
U kunt onder à bijkomende
apparaatinstellingen activeren/
deactiveren of aanpassen.
Op à drukken.
1.
Vegen tot de gewenste instelling
2.
verschijnt.