83310007 1/2017-11 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Ruimtetoestel WEM-RG1
5 Bediening
5.8 Servicemenu
5.8.1 Toewijzing controleren
Bij parameter 0F kan worden weergegeven aan welke stookkring het
ruimtetoestel toegewezen is.
Toets manuele werking
ca. 2 seconden ingedrukt houden.
Het servicemenu is geactiveerd.
Op de draaiknop drukken.
Het adres van de desbetreffende stookkring wordt weergegeven.
De toewijzing kan op de weergave- en bedieningseenheid van de condensatieketel
veranderd worden.
Na ca. 30 seconden verschijnt weer de standaardweergave.
5.8.2 Ruimtetemperatuur corrigeren
Als een optimale plaatsing van het ruimtetoestel niet mogelijk is of als een meetfout
moet worden gecompenseerd, kan de gemeten ruimtetemperatuur gecorrigeerd
worden.
Instelbereik: -5.0 ... 5.0 K
Fabrieksinstelling: 0.0
Toets manuele werking
ca. 2 seconden ingedrukt houden.
Het servicemenu is geactiveerd.
Aan de draaiknop draaien tot parameter 1F weergegeven wordt.
Op de draaiknop drukken.
De actuele ruimtesensorcorrectie wordt knipperend weergegeven.
Met de draaiknop de gewenste correctie instellen en bevestigen.
De waarde werd opgeslagen.
Na ca. 30 seconden verschijnt weer de standaardweergave.
15-20
en automatische werking
en automatische werking
tegelijkertijd
tegelijkertijd