Inschakelen en meting uitvoeren
1. Druk ca. 3 seconden op de toets aan/uit (8).
ð Het display wordt ingeschakeld en het apparaat is klaar
voor gebruik.
2. Houd de Meetsensor (1) in de zone waar de meting moet
worden uitgevoerd. Optimaal is het exact tegen de
stromingsrichting richten van het schoepenwiel.
ð De meetwaarden voor temperatuur en luchtvochtigheid
worden tegelijk in realtime weergegeven.
Opmerking:
Houd er rekening mee dat bij het wisselen van de
gebruikslocatie van een koude naar een warme omgeving
condensvorming op de printplaat van het apparaat kan
ontstaan. Dit natuurkundig effect, dat niet te voorkomen is,
vervalst de meting. Het display toont in dit geval geen of
verkeerde meetwaarden. Wacht enkele minuten, tot het
apparaat zich heeft ingesteld op de gewijzigde omstandigheden,
voordat u een meting uitvoert.
De displayverlichting in- en uitschakelen
1. Druk ca. 2 seconden op de toets HOLD/verlichting (5).
ð De displayverlichting wordt ingeschakeld.
2. Druk opnieuw ca. 2 seconden op de toets
HOLD/verlichting (5).
ð De displayverlichting wordt uitgeschakeld.
Temperatuureenheid instellen
1. Druk ca. 3 seconden op de toets UNITS (6).
ð Afhankelijk van de voorinstelling wisselt de
temperatuurweergave (10) naar °C of °F.
Luchtsnelheidseenheid instellen
1. Druk op de toets UNITS (6), tot de gewenste eenheid wordt
weergegeven op het display.
Doorsnede-oppervlak voor de volumestroommeting
invoeren
Voor een betere weergave van de volumestroom (CMM), moet
voor aanvang van de meting het doorsnede-oppervlak van de te
meten opening worden opgegeven. Dit gebeurt via de functie
AREA. De eenheid van het doorsnede-oppervlak moet worden
opgegeven in m². Ga voor het invoeren van het doorsnede-
oppervlak als volgt te werk:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Houd de toets HOLD/verlichting (5) ingedrukt, terwijl u het
apparaat weer inschakelt.
ð Op het display verschijnt de melding SET AREA.
3. Druk op de toets MAX/MIN (7).
ð De positie van de komma wordt verschoven.
4. Druk op de toets HOLD/verlichting (5).
ð De weergave op het display wisselt tussen de cijfers.
5. Druk op de toets UNITS (6).
ð De waarde van het gekozen cijfer wordt gewijzigd.
6. Herhaal stappen 4. en 5., tot de gewenste waarde is
ingesteld.
6
7. Schakel het apparaat uit.
ð De ingestelde waarde van het doorsnede-oppervlak
wordt bij de volgende inschakeling gebruikt voor de
berekening van de volumestroom.
Weergave van maximale en minimale waarden
1. Druk op de toets MAX/MIN (7).
ð Op het display verschijnt de indicatie RECORD (22).
2. Druk opnieuw op de toets MAX/MIN (7), voor omschakeling
tussen minimale en maximale waarde.
ð Op het display verschijnt de indicatie MAX (18).
ð Door het drukken op de toets MAX/MIN (7) wordt een
nieuwe meting gestart. De daarna verschijnende
waarde is de referentiewaarde.
ð MAX-functie: De maximale waarde van de nieuw
opgestarte meetinterval wordt weergegeven. Alle
waarden die onder de weergegeven waarde liggen,
worden niet weergegeven.
3. Druk opnieuw op de toets MAX/MIN (7).
ð Op het display verschijnt de indicatie MIN (17).
ð Door het drukken op de toets MAX/MIN (7) wordt een
nieuwe meting gestart. De daarna verschijnende
waarde is de referentiewaarde.
ð MIN-functie: De minimale waarde van de nieuw
opgestarte meetinterval wordt weergegeven. Alle
waarden die boven de weergegeven waarde liggen,
worden niet weergegeven.
4. Druk ca. 3 seconden op de toets MAX/MIN (7), voor het
beëindigen van de functie.
ð De waarden in de tussenopslag worden gewist.
HOLD-functie gebruiken
1. Druk op de toets HOLD/verlichting (5).
ð De actuele waarde wordt op het display vastgehouden.
2. Druk opnieuw op de toets HOLD/verlichting (5).
ð Het display toont weer de actuele meetwaarde.
Uitschakelautomaat deactiveren
De uitschakelautomaat is standaard geactiveerd. Hierdoor wordt
het apparaat automatisch uitgeschakeld als het 15 minuten niet
wordt gebruikt. Ga voor het deactiveren van de
uitschakelautomaat als volgt te werk:
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
1. Houd bij het inschakelen van het apparaat ook de toets
UNITS (6) ingedrukt.
ð Op het display verschijnt de melding disAPO.
ð De uitschakelautomaat is gedeactiveerd.
Info
Houd er rekening mee dat bij de volgende inschakeling
van het apparaat de uitschakelautomaat weer is
geactiveerd. Deactiveer de uitschakelautomaat zoals
beschreven, als u deze niet wilt gebruiken.
schoepenwiel-anemometer BA16
NL