• Voor macOS:
•
Een controleraster voor de spuitopeningen afdrukken
Als het raster niet correct wordt afgedrukt, controleert u of de inkttank van de problematische kleur leeg is.
Als de inkttank niet leeg is, gaat u naar de volgende stap.
Reinig de printkop.
Stap 2
Druk na het reinigen van de printkop het controleraster voor spuitopeningen af en controleer het resultaat.
•
• Voor Windows:
Reinig de printkop
• Voor macOS:
•
Reinig de printkop
Als het resultaat hierdoor niet is verbeterd, gaat u verder met de volgende stap.
Voer nogmaals een reiniging van de printkop uit.
Stap 3
Druk na de reiniging van de printkop nogmaals het controleraster voor spuitopeningen af en controleer het resultaat.
Als het resultaat hierdoor nog steeds niet is verbeterd, gaat u verder met de volgende stap.
Voer een diepte-reiniging van de printkop uit.
Stap 4
Druk na de diepte-reiniging van de printkop het controleraster voor spuitopeningen af en controleer het resultaat.
•
• Voor Windows:
Voer een diepte-reiniging van de printkop uit
• Voor macOS:
•
Voer een diepte-reiniging van de printkop uit
Als dit niet is verbeterd, schakelt u de printer minstens 24 uur uit zonder de stekken uit het stopcontact te halen en gaat u daarna verder met
de volgende stap.
Voer nogmaals een diepte-reiniging van de printkop uit.
Stap 5
Druk na de nieuwe diepte-reiniging van de printkop het controleraster voor spuitopeningen af en controleer het resultaat.
Als het resultaat hierdoor nog steeds niet is verbeterd, gaat u verder met de volgende stap.
Vraag een reparatie aan.
Stap 6
Als het probleem niet is opgelost nadat u tweemaal een diepte-reiniging van de printkop hebt uitgevoerd, is de printkop mogelijk beschadigd.
Neem contact op met het dichtstbijzijnde Canon-servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
Raadpleeg
Als afdrukken vaag of ongelijkmatig zijn
voor de spuitopeningen, het reinigen van de printkop en het uitvoeren van een diepte-reiniging van de printkop.
Als u papier met één bedrukbare zijde gebruikt, moet u de juiste bedrukbare
Controle 5
zijde van het papier controleren.
Als u afdrukt op de verkeerde zijde van dit soort papier, kunnen de afdrukken onduidelijk worden of kan de
kwaliteit minder worden.
Wanneer u papier in de achterste lade plaatst, plaatst u het papier met de afdrukzijde naar boven. Wanneer u
papier in de cassette plaatst, plaatst u het papier met de afdrukzijde naar beneden.
Raadpleeg de instructiehandleiding bij het papier voor meer informatie over de bedrukbare zijde.
•
• Raadpleeg ook de volgende gedeelten als u gaat kopiëren:
Is de glasplaat of het glas van de ADF vuil?
Controle 6
voor informatie over het afdrukken van het controleraster
571