Inhoud
Veiligheid ...................................................................... 3
Montage ....................................................................... 5
(bovengronds)..................................................... 5
(ondergronds) ..................................................... 5
Specificaties ........................................................... 7
Onderhoud ................................................................... 8
Veiligheid
Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de
EN-norm ISO 5395:2013 en B71.4:2012 van het ANSI
(American National Standards Institute).
Onjuist gebruik of onderhoud van de machine kan
lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken. Om het risico
op lichamelijk of dodelijk letsel te verminderen, moet u
zich aan de volgende veiligheidsinstructies houden.
•
Zorg ervoor dat u alle instructies in de
gebruikershandleidingen van de tractie-eenheid
en de verticuteereenheid hebt gelezen en begrijpt voordat
u de apparatuur gebruikt, en volg deze instructies op.
•
Laat nooit kinderen de tractie-eenheden of
verticuteereenheden gebruiken. Laat volwassenen nooit
de tractie-eenheid of verticuteereenheden bedienen
zonder dat ze een grondige instructie hebben gekregen.
De tractie-eenheid of de verticuteereenheden mogen
uitsluitend worden gebruikt door getrainde personen die
deze handleiding hebben gelezen.
•
Gebruik de verticuteereenheden nooit als u ziek, moe of
onder de invloed van drugs of alcohol bent.
•
Zorg ervoor dat alle veiligheidsschermen en
veiligheidsvoorzieningen op hun plaats zitten. Als
veiligheidsschermen, veiligheidsvoorzieningen of stickers
onleesbaar of beschadigd zijn, moet u deze herstellen of
vervangen, voordat u het voertuig gaat gebruiken. Draai
ook losse moeren, bouten of schroeven vast zodat veilig
met de verticuteereenheid kan worden gewerkt.
•
Draag altijd stevige schoenen met een gripvaste zool.
Draag lang haar niet los. Draag geen los zittende kleding
of juwelen. Het verdient aanbeveling een veiligheidsbril,
veiligheidsschoenen en een helm te dragen. Dit is
verplicht op grond van diverse plaatselijke verordeningen
en verzekeringsbepalingen.
•
Haal alle rommel of andere voorwerpen weg die
opgeraapt kunnen worden en door de verticuteereenheid
kunnen worden weggeslingerd. Houd omstanders uit het
werkgebied.
•
Als een verticuteereenheid een vast object raakt of
abnormaal begint te trillen, moet u de motor uitzetten.
Controleer of de verticuteereenheid beschadigd is. Herstel
eventuele schade vóór u de verticuteereenheid weer start
en gaat gebruiken.
•
Laat de verticuteereenheden op de grond zakken en haal
het sleuteltje uit het contact als u de machine onbeheerd
achterlaat.
•
Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en schroeven goed
zijn vastgedraaid zodat u veilig met de verticuteereenheden
kunt werken.
•
Haal de sleutel uit het contactslot om te voorkomen
dat de motor per ongeluk gestart wordt tijdens service,
afstellen of stalling.
•
Verricht onderhoudswerkzaamheden uitsluitend volgens
de instructies in deze handleiding. Indien belangrijke
3