B16866-R0-Ei600 SERIES-U&C.qxd 29/3/10 11:35 AM Page 13
alarm kan gaan. Verder kan vuil of stof kan het beschermgaas van de melder
blokkeren waardoor de rook niet in contact kan komen met de melder.
•
Plaats de melder niet op plaatsen waar veel insecten voorkomen. Kleine
insecten kunnen in de kamer van de rook- en/of hittemelder binnendringen
waardoor de werking van de rook- en/of hittemelder ontregeld wordt.
Bedraad koppelen
Koppelbare melders (rookmelders type Ei 605C, Ei 605TYC en hittemelders type Ei
603C en Ei 603TYC) kunnen worden doorverbonden tot een maximum van 20
stuks (wanneer u meer dan 20 melders wilt doorverbinden, neem dan contact op
met uw leverancier/installateur).
Wanneer één melder in alarm gaat, geven alle gekoppelde melders een luid
alarmsignaal dat in de hele woning gehoord wordt. Koppel de melder niet aan
andere apparatuur, dit kan de melder beschadigen of het functioneren van de
melder beïnvloeden.
Voor het koppelen van deze 9V melders adviseren wij rood/zwart tweelingsnoer
(2x0,75 mm2) te gebruiken.
Test nu de eerste melder door de test & hush-knop in te drukken en deze knop max.
5 seconden vast te houden. De rode LED op de eerste melder zal om de seconde
gaan knipperen en alle andere melders gaan in alarm. Controleer of alle melders
op dezelfde manier in alarm gaan.
3. Koppelen van rookmelders
13