..,ii:rjrt::i,1,,
:ii,l,,.:,,jil,:'i,,ii'
t:i' l::'.:r'".ir'..:ii,t.:'rr,::'
l, ::.;:.
4 . 2
E e n n u m m e r o p s l a a n
í. Druk op ëï5.
fetEFOOf dOÊK verschijnt.
2. Druk oi ëï5.
ln.fOfVOfGEN
verschijnt.
3. Druk op ëi5.
lmN lW. verschÍnr.
4. voêr de naam in en orut op êeA.
5. Voer het telefoonnummer in. Druk op ëT5
op te slaan.
Drukop ^ of v en selecteerGEEI{GR0EB
GR0TEPA,
BofCen
druk op ë*5
om te bevestigen.
6, Druk op @ om terug te gaan naar standby.
OPMERKING
U kunt naar voorkeur individuele contacten aan specifieke
groepen toewijzen. Groep A kan bijvoorbeeld alle
telefoonnummers van uw collega's bevatten. U kunt tevens
een speciale belmelodie aan groepen toewijzen (zie
"Groepmelodie" op pagina
29). Deze functie is alleen
beschikbaar als u gebruik maal<t van nummerweergave van
uw telecomleverancier. Als dit het geval is, hoort u de
belmelodie die aan die groep is toegewezen als iemand van
die groep belt.
OPMERKING
Annuleer de Avoering van een naam door op elk gewenst
moment op Ut te drukken.
4.3
Namen invoeren
Gebruik de alfanumerieke toetsen om namen in het
telefoonboek in te voeren.
Voor hel invoerên van de naam Paul
P
Druk een keer op @
A
Druk een keer op @
U
Druktwee keerop @
L
Druk drie keer op @
Druk op @ om een spatie in te voeren.
oruk op êé
om een leesteken te wissen. De toets êá
ingedrukt houden om alle leêstêkens te wissen.
4.4
Leestekens
Gebruik de alfanumerieke toetsen om namen oÍ leestekens
in te voeren.
O
Spatie 1
@
A
B
c
2
@
D
E
F
3
@
G
H
t
4
@
J
K
L
5
@ i l l t o o