3004539-2019-08-29
1.3.2 Eisen aan de ondergrond
1.3.3 Condensafvoer
1.3.4 Eisen aan het kanalensysteem
Geluidsdempers
Bochten
Isolatie
Condens
Luchtinlaat voor
buitenlucht
Geen kanaalaan-
sluiting
Indien de unit direct op de ondergrond geplaatst wordt, d.w.z. zonder montagefra-
me (toebehoren), moet de ondergrond:
● egaal zijn
● horizontaal zijn (± 3 mm per meter)
● hard zijn
● trillingsvrij zijn
In de onmiddellijke omgeving van de unit moet in een condenswaterafvoer worden
voorzien. Zie verder het hoofdstuk 'Mechanische montage'.
Het kanalensysteem moet van geluidsdempers voorzien worden. Deze dienen
door de projectleider te worden gespecificeerd overeenkomstig de eisen voor de
werkzone.
Direct achter de unit kunnen kanaalbochten gemonteerd worden aangezien de
lucht in de aansluiting een homogeen laag snelheidsprofiel heeft en het drukver-
lies in het systeem daarom vrijwel nihil is.
Het kanaalsysteem moet worden geïsoleerd, rekening houdend
met
● condensatie
● geluidsoverdracht
● warmte-/koudeverlies
Bij een extra hoog vochtgehalte in het afblaaslucht- en buitenluchtkanaal kan er in
de kanalen condens ontstaan. EXHAUSTO adviseert ook een condensafvoer te
installeren vanaf het laagste punt in de kanalen.
De luchtinlaat voor de buitenlucht moet worden gedimensioneerd met een lucht-
snelheid die laag genoeg is om te voorkomen dat regen en sneeuw het leidingsys-
teem ingezogen worden.
Indien er op één of meerdere aansluitpunten geen kanaal wordt
aangesloten: monteer beschermnet over de aansluitpunten, met
een maasgrootte van max. 20 mm.
9/36
Productinformatie