Uitgangstijd.....................21 Waarschuwingen • Dit product van Comelit is ontworpen en ontwikkeld om te worden gebruikt bij de realisatie beveiligings-systemen In woningen, winkels, bedrijven en openbare gebouwen of in openbare ruimtes. • Alle functies die zijn aangesloten op de installatie van de Comelit-producten moeten zijn uitgevoerd door gekwalificeerd technisch personeel, volgens de aanwijzingen in de handleiding/instructies van de betreffende producten.
Keuze van de juiste montagepositie Bij de keuze van de juiste montagepositie van de centrale dient rekening te worden gehouden met de volgende factoren. Functionele factoren: • Wanneer de centrale actief en in werking is, wordt er een wireless netwerk tot stand gebracht: vermijd installatie van de centrale in de nabijheid van RF-ruisbronnen zoals grote huishoudelijke apparaten of airconditioningsystemen.
Frontpaneel 1. LCD-scherm met 16 x 2 tekens. 2. Led-indicatielampjes: groen, geel, Wizard openen? rood. No:x Ok:↵ 3. Alfanumeriek keypad. 4. Inschakel-/uitschakelknoppen. 5. Knop Terug/Annuleren/Verwijderen. 6. Knop Enter/Bevestigen. 7. Navigatie-keypad / menuknop. • Groene led: geeft aan dat het systeem is ingeschakeld (brandt continu) of dat het niet gereed is voor inschakeling (knipperend).
Toegang tot het installateursmenu Het installateursmenu bevat alle opties voor configuratie van het systeem . Om toegang te krijgen tot het installateursmenu: f Voer de installateurscode in (standaard 001961) in met het alfanumerieke keypad en druk op de pijl omlaag. Procedure voor stapsgewijze installatie (Wizard) De stapsgewijze installatie is een stapsgewijze procedure die kan worden gebruikt om de voornaamste functies in te stellen, die nodig zijn voor het starten en in werking stellen van een basissysteem.
f Voer de APN (naam Access Point) van de serviceprovider in; deze zal worden gebruikt om het gegevensverkeer voor de SIM- kaart te activeren. f Bevestig door op de knop Enter/Bevestig te drukken. APN: WIFI verbinden? De tweede fase van de stapsgewijze installatieprocedure dient voor de verbinding met een WiFi netwerk. f Open het menu door op de knop Enter/Bevestig te drukken.
LAN verbinden? De tweede fase van de stapsgewijze installatieprocedure dient voor de verbinding met een LAN netwerk. f Open het menu door op de knop Enter/Bevestig te drukken. LAN verbinden? < Ok:↵ > Er zijn twee opties beschikbaar om het IP adres van de centrale in te stellen: •...
f Gebruik de navigatieknoppen en het alfanumerieke keypad om de juiste datum in te stellen. f Bevestig door op de knop Enter/Bevestig te drukken. Datum instellen: 26:06:2018 Ingangs-/uitgangstijd? De vijfde fase van de stapsgewijze installatie wordt gebruikt om de ingangs- en uitgangsvertragingen in te stellen. De ingangstijd is het tijdsinterval dat beschikbaar is bij het openen van de ingangs-/uitgangszone en die het mogelijk maakt het systeem uit te schakelen voordat er een alarm afgaat.
Voeg RF-zones toe ? De zesde fase van de stapsgewijze installatie wordt gebruikt om de RF detectoren te registreren 1. Open het menu door op de knop Enter/Bevestig te drukken. Voeg RF zone toe < Ok:↵ > 2. Kies de te registreren zone met behulp van het navigatie-keypad en bevestig door op de knop Enter/Bevestig te drukken. »...
5. Kies de partitie waaraan de zone zal worden toegewezen met behulp van het navigatie-keypad en bevestig door op de knop Enter/Bevestig te drukken. Partitie: 6. Kies de partitie (P1, P2 of P1 + P2) waaraan de zone moet worden toegewezen met behulp van het navigatie-keypad en bevestig door op de knop Enter/Bevestig te drukken.
3. Voer de naam van het toestel in met behulp van het alfanumerieke keypad en bevestig door op de knop Enter/Bevestig te drukken. Omschrijving: Uitgang 01 Instelling gebruikers? De achtste fase van de stapsgewijze installatieprocedure biedt de mogelijkheid om gebruikers en draadloze afstandsbedieningen toe te voegen.
- wordt het contact automatisch geactiveerd om de voorgedefinieerde event reports te ontvangen. App verbinden De tiende fase van de stapsgewijze installatieprocedure wordt gebruikt om de accounts met betrekking tot de Comelit-app in de centrale te registreren. App verbinden <...
Uitgebreid Menu Wanneer deze optie actief is, is het gehele menu zichtbaar voor de installateur. Indien hij gedeactiveerd is, worden alleen de belangrijkste menupunten in de structuur van het installateursmenu getoond. De configuraties van de parameters van dieper liggende niveaus worden verborgen om de navigatie binnen de menu's te verbeteren. Onderhoud Systeemnaam Cloud In dit menu wordt gevraagd een naam in te voeren, deze zal in de cloud worden opgeslagen om het systeem te identificeren.
Pagina 17
Het type event (activering of reset), de omschrijving van het event en de tijdsmarkering van de events worden als eerste weergegeven. f Voor meer informatie drukt u op het pijltje rechts van het navigatie-keypad; zo wordt alle overige informatie weergegeven. f Om door het register te bladeren gebruikt u de pijltjes omhoog en omlaag op het navigatie-keypad.
Standaard laden: Wanneer deze functie wordt geselecteerd, vraagt het systeem selectie van één van de volgende sets: ◊ standaard Comelit: Deze vooringestelde set is niet conform aan de norm EN50131. - Toegangscodes verwijderen? Als dit wordt bevestigd, zet deze functie de toegangscodes van de gebruiker en van de installateur terug naar de standaard fabrieksinstellingen.
Vind RF toestel Dit menu maakt het mogelijk om een afzonderlijke opdracht "Vind" op de geregistreerde RF toestellen uit te voeren, waarbij de leds van de toestellen worden ingeschakeld om ze te identificeren. Nadat een toestel gevonden is, gaan de leds van het toestel enkele seconden knipperen en wordt het bericht “Gevonden!”...
De centrale kan worden ingesteld voor automatische installatie van nieuwe versies zodra deze beschikbaar zijn in de Comelit Cloud. De manier waarom de update wordt uitgevoerd (automatische of manuele installatie) is ingesteld in het menu "Systeemopties> Opties voor download firmware".
Timers Ingangstijd Dit is de tijd die men ter beschikking heeft om een partitie te betreden via de ingangs-/uitgangszone en het systeem uit te schakelen. Als de ingangstijd wordt overschreden en er geen "verlenging ingangstijd" is geprogrammeerd, wordt er een alarm geactiveerd.
Sirenetijd Menu met opties voor de tijden van de sirenes. Sirenetijd Tijd Int Sirene De parameters die kunnen worden ingesteld zijn: • Tijd binnensirene Activeringstijd van de "binnensirene". Het begin van deze activering kan worden uitgesteld met de sirenevertraging. Deze optie kan voor elk systeem worden geprogrammeerd tussen 0 en 255 minuten.
- Een periode tussen twee data (van DD/MM/JJ tot DD/MM/JJ) - Een groep van enkele data of periodes tussen twee data. Deze groepen worden aangeduid als "Feestdagen" en worden aangemaakt in het menu "Feestdagen". Deze groepen zijn nuttig wanneer hetzelfde tijdsinterval op veel data of op niet opeenvolgende datumintervallen moet worden toegepast.
Pagina 24
Voorbeelden: • Weekprogrammering tijdsslot 1 (T.Slot.1 Dagen) biedt de mogelijkheid om de dagen van de week in te voeren waarvoor T.Slot.1 Dagen: M D W D V Z Z het geselecteerde tijdsprogramma geldig is. De dagen van de week kunnen worden geselecteerd met de pijl L/R en bevestigd/verwijderd met de Enter-knop.
Pagina 25
Voorbeeld van samenstelling van het tijdsprogramma PARTITIES TIMER TIJDSSLOTEN PROG. WEEK PROG. KALENDER (OPTIONEEL)* 1: 08:30-12:30 Ma Di Wo Do Vr Za Zo 1 totaal, 2 P1 2: 15:30-19:30 Ma Di Wo Do Vr Za Zo 1 totaal, 2 P1 3: H24-AAN 1 totaal, 2 P1 4: 08:30-19:30...
Profielen&Codes Dit menu biedt de mogelijkheid tot het bewerken van het gebruikersprofiel en de installateurscode. Toegangsniveaus De centrale biedt een aantal toegangsniveaus die de gebruikers het systeem laten gebruiken met verschillende autorisatieniveaus. Deze autorisatieniveaus zijn configureerbaar. De toegang tot een gebruikersprofiel biedt de mogelijkheid tot het controleren van de geactiveerde functies, het toevoegen van functies of het verwijderen van functies.
Installateur 2 • Omschrijving: Er kan een naam worden ingevoerd voor de installateur 2. • Nieuwe code: Hier is het mogelijk om een nieuwe code (van 4 tot 6 cijfers) in te voeren of een bestaande code te bewerken. De invoer van een reeds bestaande code veroorzaakt een fout. Voor de installateurscode 2 is de standaardinstelling 001961.
Pagina 28
Sequens registreren Om de RF detectoren te registreren kan de sequentiële RF porogrammeermodus worden gebruikt. Hierbij vindt de acquisitie van elk toestel met bijbehorend ID automatisch in sequens plaats. Na de acquisitie door de centrale van de eerste detector, is de centrale gereed voor de acquisitie van de volgende.
Pagina 29
TYPE ZONE OMSCHRIJVING TYPE Niet gebruikt De geprogrammeerde ingang wordt niet gebruikt. Veroorzaakt geen alarm of zonetamper Dit zonetype veroorzaak een onmiddellijk alarm indien de zone wordt betreden wanneer het systeem is Alarm ingeschakeld. Veroorzaakt ook activering van de sirenes voor de tijd die in het betreffende menu is ingesteld. Normaal gebruikt voor de deur die als hoofdingang/-uitgang dient.
Pagina 30
TYPE ZONE OMSCHRIJVING TYPE Dit zonetype veroorzaakt een 24 HR alarm indien het wordt geactiveerd wanneer het systeem/de partitie 24 HR is uitgeschakeld en veroorzaakt een inbraakalarm wanneer het systeem/de partitie is ingeschakeld. De centrale zal ook een "24 uurs"-alarm signaleren aan de alarmcentrale (indien geconfigureerd). Normaal gebruikt voor de bewaking van paniek- of overvalalarmen.
Pagina 31
• Zone-attributen Er kan door de lijst met mogelijke zone-attributen worden gebladerd met de pijlen naar boven/naar beneden. Een attribuut kan met behulp van de knop "Enter" worden geactiveerd of gedeactiveerd. De letters "J" of "N" geven aan of een attribuut geactiveerd of gedeactiveerd is.
Pagina 32
• Zone camera's Via dit menupunt is het mogelijk een of meer camera's voor controle van video-alarm aan de zone toe te wijzen. AUX ingangen: wanneer omlaag wordt gebladerd met de pijlknop of terug gegaan in het menu, zal het display vragen of de gebruiker de ingang AUX "B"...
Bekabelde zones De configuratie van de twee bekabelde zones op de centrale gebeurt via dit menu. Toestellen Bekabelde zones Select zone: met dit menupunt kan de te bewerken zone worden geselecteerd. • Omschrijving: met dit menu kan de omschrijving van de zone worden bewerkt. Raadpleeg voor gedetailleerde informatie over de omschrijvingen van de zones de Programmering van enkele RF zone.
Pagina 34
◊ Functietoetsen: Via dit menupunt kunnen de acties van de F-knoppen worden ingesteld. Het keypad heeft 4 Functieknoppen en 4 richtingsknoppen. De F-knoppen en richtingsknoppen kunnen verschillende acties uitvoeren wanneer ze worden ingedrukt. De richtingsknoppen kunnen aan de ingedrukte nummerknoppen worden gekoppeld, voor een totaal van 40 combinaties.
Pagina 35
◊ Instelling van de zoemer van het keypad Dit menu biedt de mogelijkheid om in te stellen welke geluidssignaleringen de zoemer moet genereren. Het Gebruiker menu is hetzelfde menu dat voor het systeem is voorzien. De zoemer is geactiveerd indien zowel de instellingen van het systeem als van het keypad geactiveerd zijn.
Draadloze uitgangen De programmering van RF uitgangen volgt in grote lijnen dezelfde bedrijfsprocedure als de programmering van de zones. Het nummer van het uitgangstoestel moet aan het begin worden ingesteld. Daarna kan de acquisitieprocedure beginnen. Na de acquisitie van het uitgangstoestel is het mogelijk een omschrijving van de uitgang en een uitgangstype in te voeren. Voor wat betreft de programmering van uitgangen, er zijn draadloze acquisitiemethodes en methodes voor acquisitie van de code beschikbaar.
Pagina 37
Type uitgang Bediening uitgang Dit type uitgang wordt gebruikt om de buitensirenes van het systeem te activeren en volgt het Buitensirene gedrag dat is ingesteld voor de buitenbellen. Dit type uitgang wordt gebruikt om de binnensirenes van het systeem te activeren en volgt het Binnensirene gedrag dat is ingesteld voor de binnenbellen.
Toest bew Dit menu biedt de mogelijkheid om de instellingen van de uitgang te bewerken nadat een uitgang reeds is ingesteld. Bijvoorbeeld: als de installateur gedurende het gebruik van de centrale een configuratie van een bestaande sirene moet bewerken, kan dit menu worden gebruikt om de sirene te selecteren en de configuratieprocedure ervan te doorlopen.
Hier kan de netwerkinterface voor gebruik door de camera (ETH, WiFi, Access Point) worden geselecteerd • Type camera: Hier kan worden geselecteerd welke cameraserie van Comelit wordt gebruikt. Selecteer "Andere" als het geen camera van Comelit betreft. Als "Andere" is geselecteerd, wordt gevraagd de betreffende RTSP strings in te voeren. CCTV toestel bewerken •...
Partities Het aantal partities dat het systeem moet beheren wordt hier ingesteld. De menu's bevatten het volgende: Instal. Menu Partities Aantal partities Hier wordt het aantal door het systeem beheerde partities gedefinieerd. Het is mogelijk om de nummerknoppen te gebruiken om het aantal rechtstreeks in te voeren.
Communicaties Instal. Menu Communicaties Telefoonregister Met dit menu kan het telefoonregister van de centrale worden geconfigureerd. Het is mogelijk om ontvangers toe te voegen en de omschrijving, het type, het accountnummer en de bijbehorende protocollen in te vullen. Er kunnen maximaal 16 ontvangers worden opgeslagen.
EventMeldSet Communicatie EventMeldSet • Melding act. Dit menu biedt de mogelijkheid om te programmeren welke activeringen van events aan de afzonderlijke ontvangers moeten worden gezonden. Na dit menu te hebben geselecteerd, wordt de eerste event groep boven in het display weergegeven (indien de optie COMPLEET MENU is gedeactiveerd).
Registratie berichten Dit menu biedt de mogelijkheid om vooraf in het geheugen van de centrale geregistreerde voice berichten aan te passen. De lijst van bestaande berichten met betrekking tot de systeem events kan vanuit dit menu worden geraadpleegd. Door een bericht te selecteren kan dit worden beluisterd, geregistreerd of verwijderd.
◊ ARC bidir audio: maakt het mogelijk de TWA mode in te stellen voor contacten van het type “Alarmcentrale”. - SIA AV-03 - CID - Aangepast protocol Comelit (niet geïmplementeerd). • Comm. Stoppen Als het menu "Comm. Stoppen" is geactiveerd, zal de knop Kissoff de oproepwachtrij onderbreken, en zo verhinderen dat de centrale andere oproepen uitvoert die in verband staan met het betreffende event.
EventMeldOpt • Voed fout verw Dit menu biedt de mogelijkheid om een vertraging in te voeren voordat een willekeurig event met betrekking tot een fout in de netvoeding aan de ontvangers van het event report wordt gesignaleerd. Instelbaar interval: 1~255 minuten. Communicaties EventMeldOpt ◊...
Pagina 46
beneden worden gebruikt om de nieuwe positie te selecteren; met de knop "ENTER" kan deze nieuwe positie worden bevestigd. • Oproeppogingen In dit menu kan worden ingesteld hoe vaak een cyclus van report oproepen moet worden herhaald als er geen antwoord komt. De waarde kan tot aan 5 worden ingesteld.
Comm. Inst. In dit menu kunnen alle communicatiekanalen (GSM, TCP-IP, Wi-Fi) worden ingesteld. Communicaties Comm. Inst. Instell. 3G/2G ◊ Algemene instellingen - SIM nr - SIM PIN ◊ Instell. Gegevens - APN data - Gebruikersnaam data - Paswoord data ◊ E-mail inst. - Gebruikersnaam e-mail •...
Systeemopties Instal. Menu Systeemopties Insch/Uitsch opt Systeemopties Insch/Uitsch opt • Opt. geforc insch Van hieruit is het mogelijk de optie voor geforceerde inschakeling te selecteren die alle zones van iedere willekeurige partitie gemeen hebben. ◊ Uitsluiten (DEFAULT): deze optie heeft het volgende effect: wanneer de gebruiker het systeem inschakelt, maar er condities zijn die dit verhinderen, vraagt het systeem of de gebruiker de inschakeling wil forceren.
De scenario's kunnen worden gestart met behulp van de functieknoppen of de bedieningsopdracht "Inschakelprogramma's" in het Gebruiker menu of vanaf de Comelit app voor beheer van het systeem. Er kunnen maximaal 16 inschakelprogramma's aanwezig zijn.
Supervisie tijd De supervisie tijd kan worden ingesteld voor twee hoofdfamilies van detectoren: Systeemopties Controle • Inbraakalarm Met dit menupunt kan de supervisie tijd voor detectoren en inbraakbeveiligingen worden ingesteld. Stelt timeout voor supervisie fout bij afwezigheid van een geldig signaal van de sensor (supervisiesignalen of activeringen) in Tijdsinterval: van 00.01 uur tot 23.59 uur.
Overval alarm Via dit menupunt kan het type reactie van het systeem bij een overvalalarmbediening worden geconfigureerd: Systeemopties Overval alarm • Al. stil: In dit geval wordt geen geluidssignaal of visueel signaal gegenereerd, maar wordt het betreffende event aan de geconfigureerde ontvangers gestuurd.
• Selecteer macro (1-10): met dit menupunt kan de macro die moet worden bewerkt/aangemaakt worden geselecteerd uit de lijst. ◊ Omschrijving macro: via dit menupunt kan een omschrijving voor de macro worden ingevoerd. ◊ Trigger: via dit menupunt kan het event worden geselecteerd dat fungeert als “trigger” die de macro-acties activeert. Met de pijlen naar boven/NAAR BENEDEN kan door de triggers worden gebladerd.
Foute code In dit menu kan worden ingesteld hoe vaak er een onjuiste gebruikerscode in het systeem kan worden ingevoerd voordat er een sabotagepoging "Foute code" wordt gemeld. Er kan een interval tussen 1 en 10 keer worden ingesteld. Systeemopties Foute code Alarm herst.
Timeout menu Met dit menu kan de timeout worden ingesteld voordat het Gebruiker menu en het Instal Menu automatisch worden afgesloten omdat er geen handelingen op het systeem worden verricht. Systeemopties Timeout menu • Instal. Menu Instelling voor het Instal. Menu (van 1 tot 255 min) •...
Opt. Doorlooptest Dit menu biedt de mogelijkheid om in te stellen welke zones beschikbaar zullen zijn voor het doorlooptestmenu (test van de zones) binnen het Gebruiker menu. Het menu stelt ook in welk type bevestiging er zal worden gegeven gedurende de doorlooptest van de zones.
Pagina 56
C E R T I F I E D M A N A G E M E N T S Y S T E M S w w w . c o m e l i t g r o u p . c o m Via Don Arrigoni, 5 - 24020 Rovetta (BG) - Italy...