Inhoudsopgave
Advertenties
Stroomvoorziening (LED «
en zenden een reeks "groen-rood-groen-rood" flitsen uit om de correcte werking van het apparaat aan te geven.
Vervolgens worden de LED's volgens hun normale functie geactiveerd en begint de ontvanger zijn normale activiteit
door de signalen te decoderen die door de bijbehorende programmeerbare thermostaten worden uitgezonden.
Status keteluitgang (LED «
LED geeft verschillende informatie over de productie en de programmeerbare thermostaat. In het algemeen moet
de volgende regel in acht worden genomen :
– de LED brandt, ongeacht de kleur, om aan te geven dat de keteluitgang actief is,
– het lampje is uit of brandt zwak om aan te geven dat de ketel is uitgeschakeld,
– de kleur van de LED geeft informatie over de kwaliteit van de radiocommunicatie (zie pagina 14 «Controleer
de signaalsterkte»),
– het voortdurend knipperen van de LED duidt op de aanwezigheid van een systeemafwijking die de tussenkomst
van de gebruiker vereist.
MODBUS-COMMUNICATIESTATUS (LED «
In normaal bedrijf kan de LED groen of rood oplichten. De LED geeft verschillende informatie over de status van de
MODBUS-communicatie. In het algemeen moet op het volgende worden gelet :
– de groene LED brandt om aan te geven dat er een correcte MODBUS-communicatie is uitgevoerd,
– de rode LED brandt geeft aan dat er een fout is opgetreden in de MODBUS-communicatie,
– de uit-LED geeft aan dat er nooit een MODBUS-communicatie is geweest.
ZELFLERENDE KNOP (« »)
De knop «
» wordt gebruikt om de zelfleerprocedure met de programmeerbare thermostaat uit te voeren (zie
pagina 6 «Koppeling programmeerbare thermostaat <> Radio-ontvanger»).
VERWIJDEREN KEY (« »)
De knop «
» heeft geen eigen functie, maar als u deze tegelijk met de knop «
programmeerbare thermostaten die met de ontvanger zijn gekoppeld, gewist (zie pagina 7 «Verwijderen van
alle radio-ontvanger koppelingen»).
CONTROLEER DE SIGNAALSTERKTE
Het apparaat toont continu de sterkte van het radiosignaal dat wordt ontvangen door de gekoppelde programmeerbare
thermostaat. Dit vereenvoudigt de installatie en configuratie van het hele systeem en stelt u tevens in staat om direct
de kwaliteit van de radiocommunicatie van elk gekoppeld apparaat te controleren.
De signaalsterkte-indicatie wordt weergegeven door de «
van de kwaliteit van het ontvangen radiosignaal.
– Groen : het ontvangen signaal is goed of uitstekend, de radiocommunicatie is betrouwbaar.
– Geel : het ontvangen signaal is voldoende.
– Rood : het ontvangen signaal is zwak (de communicatie is niet betrouwbaar).
Wanneer de status van de actor is uitgeschakeld, wordt dit aangegeven door een zwak brandende in plaats van
volledig uitgeschakelde LED. Het is dus altijd mogelijk de sterkte van het radiosignaal te controleren. Normaal
gesproken geeft de LED de «lange termijn» signaalkwaliteitsanalyse aan, dat is een evaluatie van het aantal correcte
commando's dat in de laatste 30 minuten van bedrijf is ontvangen. Als er in het laatste half uur geen commando's
van de programmeerbare thermostaat zijn ontvangen, stopt de LED met het aangeven van de «lange termijn» analyse
en wordt de storing «radiocommunicatie afwezig» weergegeven door rood te knipperen.
Als de signaalsterkte niet acceptabel is, probeer dan de radio-ontvanger of programmeerbare thermostaat op een
andere plaats te zetten. Vergeet niet dat de programmeerbare thermostaat en de radio-ontvanger uit de buurt
14
» n «
») : wanneer de radio-ontvanger wordt ingeschakeld, lichten de LED's op
H
I
») : in normaal bedrijf kan elk van de twee LED's groen, geel of rood oplichten. De
I
I
»)
www.tempolec.com
» LED, die groen, geel of rood kan oplichten, afhankelijk
» ingedrukt houdt, worden alle
Advertenties
Inhoudsopgave
