44 - De computer beveiligen
Wachtwoorden invoeren
Als er een wachtwoord is ingesteld, wordt middenin het scherm een
wachtwoordvenster weergegeven.
• Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, wordt dit gevraagd
wanneer u het BIOS-hulpprogramma opent.
• Voer het beheerderswachtwoord in en druk op <Enter> als u het
BIOS-hulpprogramma wilt gebruiken. Als u een onjuist wachtwoord
invoert, verschijnt er een waarschuwing. Probeer het opnieuw en
druk op <Enter>.
• Als het gebruikerswachtwoord is ingesteld en het wachtwoord bij
opstarten is ingeschakeld, wordt tijdens het opstarten het
wachtwoord gevraagd.
• Voer het gebruikerswachtwoord in en druk op <Enter> als u de
computer wilt gebruiken. Als u een onjuist wachtwoord invoert,
verschijnt er een waarschuwing. Probeer het opnieuw en druk op
<Enter>.
Belangrijk
U krijgt drie kansen om het correcte wachtwoord in te voeren. Als u
driemaal een onjuist wachtwoord invoert, wordt het systeem
geblokkeerd. Verschuif de stroomschakelaar en houd de aan/uit knop
vier seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen. Schakel de
computer weer in en probeer het opnieuw.