Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Eenvoudige Bedieningshandelingen; Automatische Stand; Instellingen Van De Luchtstroom; Instelling Ventilatorsnelheid - Fujitsu KRL Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3. EENVOUDIGE BEDIENINGSHANDELINGEN

OPMERKING: Voor uitgebreide instructies over de bediening, raadpleeg
de bedieningshandleiding van de afstandsbediening.
De bedrijfsstand en het bereik van de temperatuurinstelling
worden in onderstaande tabel getoond.
Bedrijfsstand
Auto
Koelen
Drogen
Ventileren
Verwarmen

■ Automatische stand

De airconditioner selecteert de juiste bedrijfsstand (Koelen
of Verwarmen) op basis van de actuele temperatuur van het
vertrek.
Temperatuur van het vertrek
Hoger dan de insteltemperatuur
Dicht bij de insteltemperatuur
Lager dan de insteltemperatuur
Temperatuur
opgegeven in de
temperatuurin-
stelling
Wanneer de automatische stand voor de eerste keer wordt
geselecteerd, werkt de ventilator gedurende enkele minuten op een
lage snelheid. De binnen-unit detecteert gedurende deze tijd de
kamertemperatuur en selecteert vervolgens de bedrijfsstand.
Wanneer de airconditioner de temperatuur in uw kamer op ongeveer
de instelling van de thermostaat heeft gebracht, wordt de bedrijfsstand
Monitor ingeschakeld.
In de bedrijfsstand Monitor werkt de ventilator op lage snelheid. Als de
kamertemperatuur vervolgens verandert, zal de binnen-unit weer de
juiste stand (Verwarmen, Koelen) selecteren en de temperatuur weer op
de in de thermostaat ingestelde waarde brengen.
Als de stand die automatisch door de unit wordt gekozen, u niet bevalt,
selecteer dan één van de bedrijfsstanden (Verwarmen, Koelen, Drogen,
Ventileren).
■ Stand Koelen
Voor het koelen van het vertrek.
OPMERKING: Stel de temperatuur lager in dan de actuele temperatuur
van het vertrek, anders werkt alleen de ventilator.
■ Stand Drogen
Voor het licht koelen van het vertrek door er vocht aan te
onttrekken.
OPMERKINGEN:
• U kunt het vertrek niet verwarmen.
• Stel de temperatuur lager in dan de actuele temperatuur van het
vertrek, anders werkt de unit niet in deze stand.
• De unit werkt op lage snelheid zodat de vochtigheid van het vertrek
wordt aangepast. De ventilator van de binnen-unit zal misschien van
tijd tot tijd stoppen. De ventilator kan ook op een zeer lage snelheid
draaien wanneer de luchtvochtigheid in de kamer wordt aangepast.
• U kunt de snelheid van de ventilator niet zelf veranderen.
■ Stand Ventileren
Voor het laten circuleren van de lucht door het vertrek.
OPMERKING: U kunt de temperatuur niet instellen.
Nl-3
Temperatuurinstelbereik
18.0 - 30.0 °C
18.0 - 30.0 °C
18.0 - 30.0 °C
U kunt de temperatuur niet instellen.
16.0 - 30.0 °C
Bedieningshandeling
Koelen
Bepaald door
buitentemperatuur
Verwarmen
Stand Koelen
Bepaald door
buitentemperatuur
Stand Verwarmen
■ Stand Verwarmen
Voor het verwarmen van het vertrek.
OPMERKINGEN:
• Stel de temperatuur hoger in dan de actuele temperatuur van het
vertrek, anders werkt de unit niet in deze stand.
• De ventilator van de binnen-unit werkt in deze stand eerst
gedurende 3 - 5 minuten op zeer lage snelheid, zodat de binnen-unit
binnenin opwarmt. Na deze periode zal de ventilator van de binnen-
unit overschakelen op de geselecteerde snelheid.
• Wanneer de temperatuur in het vertrek zeer laag is, kan er
ijsafzetting op de buiten-unit ontstaan, wat tot lagere prestaties
kan leiden. De unit zal, om het ijs te verwijderen, zo nu en dan
automatisch de ontdooicyclus starten. Tijdens de werking van
de automatische ontdooicyclus zal de stand Verwarmen worden
onderbroken.
• Na het starten van de stand Verwarmen kan het enige tijd duren
voordat het in de kamer warmer wordt.

4. INSTELLINGEN VAN DE LUCHTSTROOM

OPMERKING: Voor uitgebreide instructies over de bediening, raadpleeg
de bedieningshandleiding van de afstandsbediening.

4.1. Instelling ventilatorsnelheid

De snelheid van de ventilator verandert als volgt.
Auto
Hoog
Wanneer AUTO wordt geselecteerd, wordt de ventilatorsnelheid
automatisch aangepast in overeenstemming met de bedrijfsstand.
Verwarmen: De ventilator werkt echter op een zeer lage snelheid
wanneer de temperatuur van de lucht die door de binnen-
unit wordt uitgeblazen, laag is.
Koelen:
Naarmate de kamertemperatuur de ingestelde
temperatuur nadert, neemt de snelheid van de ventilator
af.
Ventileren: De ventilator werkt op de middelste ventilatorsnelheid.

4.2. Instelling van de richting van de luchtstroom

U kunt de volgende instellingen uitvoeren.
• Instelling van de luchtstroomrichting omhoog/omlaag
• Instelling Zwenken (omhoog/omlaag)
OPMERKING: De functie Zwenken kan tijdelijk stoppen wanneer de
ventilator van de binnen-unit op zeer lage snelheid draait
of stopt.
■ Luchtstroomrichting omhoog/omlaag
Comfortabele spreiding van de luchtstroom naar iedere hoek
van het vertrek door de luchtstroom omhoog/omlaag.
Standaard-instelling
Koelen, Drogen
Verwarmen
Met de hand veranderen
Functie Zwenken
Koelen, Verwarmen, Drogen, Ventileren 1 ⇄ 2 ⇄ 3 ⇄ 4
Middel
Laag
Stil
2
4
1 ⇄ 2 ⇄ 3 ⇄ 4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave