4. EENVOUDIGE BEDIENINGS-
HANDELINGEN
■ 3 stappen voor het starten van de werking
1. Druk op
als u de werking wilt starten of stoppen.
2. Druk op
als u de werkstand wilt selecteren.
De werkstand verandert als volgt.
(Auto)
(Koelen)
(Drogen) (Ventilator) (Warmte)
3. Stel de gewenste temperatuur in met een druk op
De temperatuur wijzigt in stappen van 0,5 °C.
Temperatuurinstelbereik
Auto/Koelen/Drogen
Verwarmen
OPMERKINGEN:
• Stel in de stand Koelen of Drogen de temperatuur lager in dan de
actuele kamertemperatuur.
• In de stand Koelen kan de ventilator van de binneneenheid van tijd
tot tijd tot stilstand komen voor de werking van de ventilator voor
energiebesparing, zodat energiebesparing mogelijk wordt door
het stoppen van de rotatie van de ventilator van de binneneenheid
wanneer de buiteneenheid is gestopt.
In de begininstelling is deze functie geactiveerd.
Als u deze functie wilt uitschakelen, vraag dan advies aan de
installateur of een offi ciële servicemonteur.
• In stand Verwarmen,
- stelt u de temperatuur hoger in dan de actuele temperatuur van het vertrek.
- de ventilator van de binneneenheid werkt in deze stand eerst 3 - 5
minuten lang op zeer lage snelheid.
- de functie automatische ontdooiing neemt het over van de functie
Verwarmen, wanneer dat nodig is.
• In de stand Ventileren is temperatuurregeling niet beschikbaar.
5. INSTELLINGEN VAN DE LUCHT-
STROOM
5.1. Instelling ventilatorsnelheid
)
U kunt de ventilatorsnelheid regelen door op
De snelheid van de ventilator verandert als volgt.
(Auto)
(Stil)
(Laag)
Wanneer
is geselecteerd, is de snelheid van de ventilator
afhankelijk van de werkstand.
OPMERKING: In de Droge modus is de ventilatorsnelheid vast ingesteld op
5.2. Instelling van de richting van de
luchtstroom
Voor details over de luchtstroombereiken, zie "Bereik van de
richting van de luchtstroom".
■ Instelling luchtstroomrichting omhoog/omlaag
)
Druk op
om de luchtstroomrichting omhoog/omlaag in te stellen.
■ Instelling luchtstroomrichting links/rechts
OPGELET
Voordat u de luchtstroomrichting links/rechts instelt, moet u
ervoor zorgen dat de horizontale jaloezie volledig is gestopt.
)
Stel de twee knoppen met de hand af.
■ Instelling functie Zwenken
)
Druk op
om de Swing functie te starten/stoppen.
OPMERKING: De Swing functie kan tijdelijk stoppen wanneer de ventilator van
de interne eenheid op een zeer laag toerental draait of is gestopt.
18.0-30.0 °C
16.0-30.0 °C
te drukken.
(Med)
(Hoog)
■ Bereik van de richting van de luchtstroom
Luchtstroomrichting omhoog/omlaag
Wijzig door
Functie Zwenken door
1
Koelen, Drogen
2
3
Verwarmen
4
5
Ventileren *
6
* Het bereik van de Swing-werking hangt af van de luchtstroomrichting
die vóór de Swing-werking is ingesteld.
.
OPMERKINGEN:
• Stel de horizontale lamellen niet met de hand af.
• In de stand Auto of Verwarmen blijft de richting van de luchtstroom,
vanaf de start van de functie, enige tijd in positie 1.
• In de stand Koelen of Drogen wordt positie 1 - 3 geadviseerd
zodat wordt voorkomen dat uw bezittingen worden beschadigd
door druppels condenswater. Als positie 4 - 6 30 minuten of meer
in deze standen wordt aangehouden, verandert de richting van de
luchtstroom automatisch naar stand 3.
• Bij gebruik van de mobiele app (optionele WLAN-adapter is nodig)
kan de luchtstroom omhoog/omlaag worden geselecteerd uit 4
standen.
6. BEDIENINGSHANDELINGEN
VOOR DE TIMER
OPMERKING: Wanneer het indicatielampje [
knippert, stel de klok en de timer dan opnieuw in. Dit
knipperen is een aanwijzing dat de interne klok opnieuw
moet worden ingesteld omdat er een onderbreking van
de stroomvoorziening is geweest.
■ Timer instellingsprocedure
1. Druk op
om de timerfunctie te kiezen.
Telkens wanneer u op de toets drukt, verandert de werking
van de timer als volgt:
Uit timer
Aan timer
Programmatimer
.
•
Om de timerinstelling tijdens de procedure te annuleren,
drukt u op
•
Om de slaaptimer in te stellen, drukt u op
(Raadpleeg "6.3. Slaap-timer".)
2. Stel elke timer werking in.
Raadpleeg de volgende instructies voor elke timerinstelling
voor meer informatie.
Nl-5
1 ⇄ 2 ⇄ 3 ⇄ 4 ⇄ 5 ⇄ 6
1
4
3
6
1
4 of 3
] op de binneneenheid
Stopt de bewerking op het door u
gewenste tijdstip.
Start de operatie op het door u
gewenste tijdstip.
Werkt als de combinatie van de Aan
timer en de Uit timer.
.
6
.