9. INSTELLINGEN TIJDENS DE INSTALLATIE
9.1. Eigen code-instelling van de Afstandsbediening
Door de eigen code van de binnenunit en afstandsbediening in te stellen,
kunt u de airconditioner specificeren die de afstandsbediening bestuurt.
Wanneer er twee of meer airconditioners in de kamer aanwezig zijn en
u wenst deze afzonderlijk te bedienen, stelt u de eigen code in
(4 selecties zijn mogelijk).
OPMERKING: Indien eigen codes verschillend zijn tussen de binnenunit
en de afstandsbediening, kan de binnenunit geen
signaal van de afstandsbediening ontvangen.
Hoe de eigen code van de afstandsbediening in te stellen
1. Druk op
totdat alleen de klok op het display van de
afstandsbediening wordt weergegeven.
2. Ingedrukt houden
dan 5 seconden.
De huidige eigen code zal worden
weergegeven (oorspronkelijk ingesteld op A).
3. Druk op
van de eigen code tussen A ( ) ↔ B
( ) ↔ C (
) ↔ D ( ).
* Pas de eigen code op het display aan
de eigen code van de airconditioner.
4. Druk nogmaals op
De eigen code zal worden ingesteld.
Het display zal naar de oorspronkelijke klok terugkeren.
• Om de eigen code van de airconditioner te wijzigen, neem t u contact
op met een bevoegd servicepersoneel (oorspronkelijk ingesteld op A).
• Indien u gedurende 30 seconden geen knoppen indrukt zal de eigen
code worden weergegeven, en het display zal naar de klokweergave
terugkeren. In het voorgaande geval, herhaalt u de instellingen van stap 2.
• Afhankelijk van de afstandsbediening, de eigen code zal
terugkeren naar A bij het vervangen van de batterijen. In dit geval,
kunt u de eigen code resetten. Indien u niet weet welke eigen
code een airconditioner heeft, probeert u elke code totdat u de
code vindt die bij de airconditioner past.
10. REINIGING EN ONDERHOUD
• Voor het reinigen van dit product, moet u hem
uitzetten en loskoppelen van de stroomvoorziening.
• Voor het werken moet u ervoor zorgen dat het
inlaatrooster volledig is afgesloten. Onvolledig
afsluiten van het inlaatrooster kan effect hebben op de
juiste werking of de prestaties van de airconditioner.
• Als bij het reinigen van filters werk op hoogte moet worden
uitgevoerd, vraag advies aan bevoegd servicepersoneel.
• Voorkom dat u zich verwondt bij het verrichten van
onderhoud aan de unit, raak de aluminium lamellen van de
warmtewisselaar ingebouwd in de binneneenheid niet aan.
• Stel de binneneenheid niet bloot aan
vloeistofinsecticiden of haarspray.
• Sta niet op gladde, ongelijke of onstabiele ondergrond
wanneer u het apparaat onderhoudt.
Luchtreiniging filters
(Apple catechin filter, Ion-ontgeuringsfilter)
Nl-9
voor meer
voor het wijzigen
.
OPGELET
Inlaatrooster
Behuizing
binneneenheid
Luchtfilters
De frequentie voor het schoonmaken wordt in de volgende tabel
getoond.
Wat u moet doen
Behuizing binneneenheid
Luchtfilter
Apple-catechin filter (UTR-FA16)
(Wit)
Ion ontgeuringsfilter (UTR-FA16-2)
(Lichtblauw)
* De luchtzuiveringsfilters worden apart verkocht. Neem contact op met
de winkel waar u het product heeft gekocht, wanneer u ze vervangt.
Reinigen van de behuizing van de
binneneenheid
OPMERKINGEN:
• Gebruik geen water warmer dan 40 °C.
• Gebruik geen schurend reinigingsmiddel, vluchtige oplosmiddelen
zoals benzeen of thinner.
1. Veeg de behuizing van de binneneenheid voorzichtig schoon
met een in water vochtig gemaakte zachte doek.
2. Veeg de binneneenheid voorzichtig droog met een droge,
zachte doek.
Het luchtfilter reinigen
1. Open het inlaatrooster tot deze klikt.
2. De luchtfilters reinigen.
Til het handvat van het luchtfilter op, maak de twee lagere lipjes los
en neem het luchtfilter uit eruit.
Handgreep luchtfilter
Haakjes (2 plaatsen)
3. Verwijder het stof op een van de volgende manieren.
• Schoonmaken met een stofzuiger.
• Afwassen met een warm sopje van een mild schoonmaakmiddel.
Laat de luchtfilters na het schoonwassen grondig drogen in de
schaduw.
4. Vervang de luchtfilters.
Houd de zijkanten van het luchtfilter langs het paneel en druk het
filter geheel naar binnen. Controleer dat de twee onderste nokjes
goed terugkeren in hun uitsparingen in de binneneenheid.
5. Sluit het inlaatrooster.
Druk op 4 plaatsen op het inlaatrooster tot het rooster volledig sluit.
OPMERKING: Als er zich vuil op het luchtfilter verzamelt, wordt de
luchtstroom beperkt, neemt de bedrijfs-efficiency af en
neemt het lawaai toe.
Frequentie
Reinigen
Wanneer u merkt
Reinigen
Om de 2 weken
Vervangen Iedere 3 maanden
Reinigen
Iedere 3 maanden
Vervangen Elke 3 jaar