U bent nu klaar om de stempel te gebruiken.
● Voorzorgsmaatregelen voor de stempel
• Zie "Ondersteunde types papier" (pagina 12) voor informatie aangaande de types
papier die gebruikt kunnen worden met de stempel.
• Het stempelen werkt het beste op vlakke oppervlakken. De resultaten kunnen
onbevredigend zijn als u een oppervlak stempelt dat ruw of ongelijk is.
• Het stempelen werkt het best op papier dat niet glanzend is en inkt gemakkelijk
opneemt. Sommige materialen kunnen gestempelde beelden niet goed aan.
• Voor betere stempelresultaten kunt u het papier plaatsen op een ondergrond die
iets meegeeft, bijvoorbeeld een rubberen ondergrond, een dun tijdschrift of een
kladblok, enz.
5
Breng het beschermende deksel aan.
Breng het deksel aan telkens wanneer u de stempel opbergt.
• Als de stempel uitdroogt en het gestempelde beeld onduidelijk wordt, voer dan de
procedure uit onder "Breng inkt aan op de stempel" (pagina 35) om opnieuw inkt
aan te brengen.
Deksel
40