Daarna zijn de volgende opties beschikbaar:
SCANMODUS
FREQUENTIE (KHZ)
(alleen in de zoekmodus GE
AVANCEERD of SNEL)
NETWERKID
(alleen in de zoekmodus GE
AVANCEERD of SNEL)
Druk op de toets om het zoeken te starten.
6.8.8. Satelliet
Zorg ervoor dat uw satellietkabel met de aansluiting LNB is verbonden.
Kies VOLGENDE wanneer u geen verdere instellingen wilt configureren. Kies MEER wanneer u
nog meer instellingen wilt configureren. De volgende opties zijn beschikbaar:
ENKEL
TONEBURST
DISEQC .
DISEQC .
DISEQC .
UNICABLE I
UNICABLE II
Kies de optie VOLGENDE > SCANNEN om het zoeken van LNB's te starten en druk daarna op
of . Het LNB-zoeken wordt gestart.
24
Kabelscan configureren
Selecteer hier de gewenste zoekmodus VOL (alleen bij de aanbie-
derkeuze OVERIG), GEAVANCEERD of SNEL.
Stel hier de frequentie in.
Stel hier de netwerk-ID in.
Kies hier de gewenste satelliet.
Als uw satellietinstallatie een geluidssignaal nodig heeft, kunt u hier TONE
BURST A of B instellen.
Als u een satellietantenne met meerderde LNB's of een DiSEqC-schakelaar
hebt aangesloten, kiest u hier DiSEqC 1.0.
Als u een satellietantenne met meerderde LNB's of een DiSEqC-schakelaar
hebt aangesloten, kiest u hier DiSEqC 1.1.
Als u een satellietantenne met meerderde LNB's of een DiSEqC-schakelaar
hebt aangesloten, kiest u hier DiSEqC 1.2.
Kies hier de instellingen voor Unicable I (TUNER en BANDFREQUENTIE)
Kies hier de instellingen voor Unicable II (TUNER en BANDFREQUENTIE)
MEER
O K