24V-modellen
4 ohm: 100 W RMS x 6 bij 28,8 Vdc invoer < 1% THD+N (EIA/CEA-490A)
Nominaal uitgangs
2 ohm: 140 W RMS x 6 bij 28,8 Vdc invoer < 1% THD+N (EIA/CEA-490A)
vermogen
4 ohm overbrugd: 280 W RMS x 3 bij 28,8 Vdc invoer < 1% THD+N (EIA/CEA-490A)
Ingangsgevoelig
0,3 Vdc tot 6 Vdc RMS, instelbaar
heid
Bedrijfsspanning
21,6 tot 32 Vdc
Stand-by: minder dan 1 mA
Stroomverbruik (bij
Inactief: minder dan 1,25 A
28,8 Vdc invoer)
Maximaal: 35 A
3 bij 20 A ATC plat (SAE J1171-compatibel)
Zekering
Om ervoor te zorgen dat de startbeveiliging in overeenstemming is met SAE J1171, moet
u de zekering alleen vervangen door een J1171-zekering. Bij gebruik van niet-compatibele
zekeringen kan de versterker beschadigd raken en vervalt de garantie.
Aanvullende informatie
Uw Fusion toestel registreren
Vul de onlineregistratie vandaag nog in, zodat wij u beter kunnen helpen.
• Ga naar garmin.com.
• Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een veilige plek.
Problemen oplossen
Probeer als zich een probleem voordoet eerst de oorzaak vast te stellen aan de hand van een paar eenvoudige
stappen, voordat u contact opneemt met uw Fusion dealer of servicekantoor.
Als de Fusion versterker door een professioneel installatiebedrijf is geïnstalleerd, dient u contact op te nemen
met dat bedrijf, zodat de onderhoudstechnicus kan bepalen wat de aard van het probleem is en advies kan
geven over mogelijke oplossingen.
Er is geen geluid en de POWER-LED's zijn uit
• Controleer de aansluiting van de inschakeldraad van de versterker op de stereo of schakelaar en zet alle
draden vast of sluit ze indien nodig opnieuw aan
OPMERKING: De versterker en de stereo moeten op een gemeenschappelijke aarding worden aangesloten
om het inschakelsignaal van de versterker goed te laten werken.
• Controleer de zekering of stroomonderbreker op de stroomkabel (in de buurt van de batterij) en vervang de
zekering of herstel de stroomonderbreker, indien nodig.
• Controleer de zekeringen op de versterker en vervang indien nodig alle doorgebrande zekeringen. Als een
zekering is doorgebrand, brandt de rode PROT-LED.
• Controleer de aansluitingen van de voedings- en aardekabels en zet alle kabels indien nodig vast of sluit ze
opnieuw aan.
• Zorg ervoor dat de voeding correct is aangesloten volgens het bedradingsschema en de aanwijzingen.
• Controleer of de voedingsspanning voor uw versterker juist is.
• Zorg ervoor dat de dikte van de kabel past bij de lengte van de kabel, en vervang de kabel indien nodig door
een dikker exemplaar
(Gids voor de dikte van voedingskabels,
LET OP
(Aansluiten op de voeding,
pagina 6).
pagina 5).
15