Sneltoetsen voor het
toetsenbord
OPMERKING: De tekens op het toetsenbord kunnen verschillen, afhankelijk
van de taalconfiguratie van het toetsenbord. De toetsen die worden
gebruikt voor snelkoppelingen blijven in alle taalconfiguraties gelijk.
Op sommige toetsen op het toetsenbord staan twee symbolen. Deze toetsen kunnen
worden gebruikt om andere tekens te typen of om secundaire functies uit te voeren.
Het symbool op het onderste deel van de toets verwijst naar het teken dat wordt
ingevoerd wanneer de toets wordt ingedrukt. Als u op zowel shift als de toets drukt,
wordt het symbool in het bovenste deel van de toets ingevoerd. Als u bijvoorbeeld op
2, drukt, wordt 2 ingevoerd. Als u op Shift + 2 drukt, wordt @ ingevoerd.
De toetsen F1-F12 op de bovenste rij van het toetsenbord zijn functietoetsen voor
multimediabeheer, zoals wordt aangegeven door het pictogram op het onderste deel
van de toets. Druk op de functietoets om de taak te starten die door het pictogram
wordt weergegeven. De toets F1 dempt bijvoorbeeld het geluid (zie de tabel
hieronder).
Echter, als de functietoetsen F1-F12 nodig zijn voor bepaalde softwaretoepassingen,
kan multimediafunctionaliteit worden uitgeschakeld door te drukken op Fn + Esc.
Daarna kunt u multimediabeheer aanroepen door te drukken op Fn en de
desbetreffende functietoets. U kunt bijvoorbeeld het geluid dempen door te drukken
op Fn + F1.
OPMERKING: U kunt het primaire gedrag van de functietoetsen (F1-F12)
ook wijzigen door Werking functietoets te wijzigen in het BIOS-
setupprogramma.
Tabel 20. Lijst met sneltoetsen voor het toetsenbord
Gedrag van de
Geherdefinieerde toets
(voor
multimediabediening)
Function-toets
Het dempen van de audio
Volume verlagen
21