4 Bellen
1
Neem de hoorn van de haak of druk
op
.
2
Kies het telefoonnummer.
Het nummer wordt gebeld.
Bellen kan ook via de
nummerherhalingslijst (zie
'Nummerherhaling' op pagina 15),
telefoonboeklijst (zie 'Bellen vanuit
het telefoonboek' op pagina 11) en
gesprekslogboek (zie 'Terugbellen' op
pagina 13).
Oproep beantwoorden
Als de telefoon overgaat, kunt u uit de
volgende opties kiezen om de oproep
te beantwoorden:
•
neem de hoorn op;
•
druk op
.
Opmerking
• Als u zich bij de serviceprovider hebt
aangemeld voor nummerherkenning, ziet u het
telefoonnummer van de beller op het scherm.
Gesprek beëindigen
Plaats de handset op het basisstation.
Pas het volume van de
oortelefoon / luidspreker
aan
Druk op
/
om het volume tijdens
een gesprek aan te passen.
Demp de microfoon
1
Druk op
tijdens een gesprek.
[Mute on] wordt getoond.
De beller kan u niet horen, maar
u kunt zijn stem wel horen.
2
Druk opnieuw op
van de microfoon op te heffen.
U kunt nu communiceren met
de beller.
Zet de luidspreker aan of
uit
Druk op
.
om het dempen
NL
9