2. Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING:
Om het risico op brand te verminderen, zijn overstroombeveiligingsinrichtingen (OCPD) nodig
voor circuits die op de omvormer zijn aangesloten. De aanbevolen nominale uitschakelstroom
van OCPD wordt weergegeven in 5.3.4.
LET OP:
Risico op elektrische schokken. DEZE AFDEKKING NIET VERWIJDEREN. Laat
onderhoudswerkzaamheden over aan een gekwalificeerde en geaccrediteerde
onderhoudsmonteur.
LET OP:
De fotovoltaïsche generator (zonnepanelen) levert een gelijkspanning bij blootstelling aan licht.
LET OP:
Risico op elektrische schokken door energie die is opgeslagen in condensatoren van de
omvormer. Verwijder de kap pas 5 minuten nadat alle voedingsbronnen zijn losgekoppeld. Alleen
servicetechnicus. Garantie kan komen te vervallen als de kap zonder toestemming wordt
verwijderd.
LET OP:
De oppervlaktetemperatuur van de omvormer kan hoger zijn dan 75 ℃ (167F).
Raak het oppervlak niet aan om het risico op brandwonden te voorkomen als de omvormer in
bedrijf is. De omvormer moet buiten het bereik van kinderen worden geïnstalleerd.
2.3 Kennisgeving voor gebruik
De omvormer is ontworpen in overeenstemming met de relevante veiligheidsvoorschriften om aan de eisen van de
eindgebruiker te voldoen. Het gebruik van omvormer en installatie moet aan de volgende vereisten voldoen:
1.
Een veilige installatie van de omvormer is vereist.
2.
De omvormer moet worden aangesloten op een aparte geaarde wisselstroomgroep,
waarop geen andere elektrische apparatuur is aangesloten.
3.
De elektrische installatie moet voldoen aan alle toepasselijke voorschriften en normen.
4.
Installeer op een muur of een sterke constructie die het gewicht kan dragen.
.6.
5.
De omvormer moet worden geïnstalleerd volgens de juiste technische specificaties.
6.
Om de omvormer op te starten, moet de hoofdschakelaar (wisselstroom) van het elektriciteitsnet zijn
ingeschakeld voordat de gelijkstroomisolator van het zonnepaneel wordt ingeschakeld. Om de omvormer te
stoppen, moet de hoofdschakelaar van het elektriciteitsnet (wisselstroom) worden uitgeschakeld voordat de
gelijkstroomisolator van het zonnepaneel wordt uitgeschakeld.
7.
De ingangsspanning voor gelijkstroom van de omvormer moet lager zijn dan de maximale ingangsspanning van
de omvormer.
3.1
Algemene veiligheidsinstructies
Afbeelding 3.1 Scherm op het voorpaneel
3.2 Led-statisindicatorlichtjes
Er zijn drie led-statusindicatielampjes op het voorpaneel van de omvormer. Aan de linkerkant:
POWER-ledlampje (rood) geeft de stroomstatus van de omvormer aan.
In het midden: OPERATION-ledlampje (groen) geeft de bedrijfsstatus aan. Aan de
rechterkant: ALARM-ledlampje (geel) geeft de alarmstatus aan.
Zie tabel 3.1 voor details.
3. Overzicht
.7.