Figuur 14
1. Aandrijfmotor van
messenkooi
Opmerking: Draai de motor linksom totdat de
flenzen de tapbouten omsluiten, en zet vervolgens de
bouten vast.
Belangrijk: Controleer of de slangen van de
motor van de messenkooi niet zijn verdraaid,
geknikt of het risico lopen te worden afgekneld.
Opmerking: Als het maaidek moet worden vastgezet,
steekt u de borgpen in de montage-opening van het
scharniergewricht.
11. Bevestig de veerdraad rond de onderkant van de
borgpen
(Figuur
12).
2. Tapbout
Gebruiksaanwijzing
Oefenperiode
Beoordeel de prestaties van de messenkooi bij de gewenste
instelling voordat u de verticuteermessenkooien in werking
stelt. Activeer de messenkooien in een schoon, ongebruikt
gebied om te bepalen of deze de gewenste resultaten zullen
geven. Pas de messenkooien indien gewenst aan.
Tips voor bediening en gebruik
•
Gebruik de tractie-eenheid bij volgas en maximale
snelheid van de messenkooien (stand 11) en tussen 5 en
8 km/u.
•
De maximale aanbevolen mesdiepte bedraagt 6 mm.
•
De vermogensvereisten om de verticuteermessenkooien
te bedienen variëren afhankelijk van de gazon- en
grondomstandigheden. De rijsnelheid moet in bepaalde
omstandigheden worden verminderd.
•
Bij het werken op gazon met veel vuil of ongebruikelijk
veel gazonvilt, kunt u het achterscherm openen om het
vuil eenvoudiger uit de messenkooi te verwijderen.
WAARSCHUWING
het achterscherm te veel openen kan persoonlijk
letsel veroorzaken door weggeslingerde voorwerpen
Open het achterscherm niet verder dan horizontaal
ten opzichte van de grond.
10