Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Type Koers Selecteren; De Zoemer Configureren; Het Positieformaat Configureren; Scherminstellingen - Garmin GNX 120 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

TIJD: Hiermee stelt u de tijdweergave, tijdzone en zomertijd
voor uw locatie in.
SYSTEEMINFORMATIE: Weergave van software-informatie.
FABRIEKSSTANDAARD: Hiermee herstelt u het toestel naar
de fabrieksinstellingen.

Het type koers selecteren

1
Selecteer
> STEL IN > SYSTEEM > VOORLIGGENDE
KOERS.
2
Selecteer NOORDREFERENTIE.
3
Selecteer een optie:
• Als u de magnetische afwijking voor uw GPS-positie
automatisch wilt instellen, selecteert u MAGNETISCH.
• Als u het ware noorden als koersreferentie wilt instellen,
selecteert u WAAR.
• Als u het noorden van het grid (000º) wilt instellen als
koersreferentie, selecteert u GRID.
Koersafwijking aanpassen
De koersafwijking wordt standaard automatisch ingesteld. U
kunt deze waarde handmatig wijzigen.
1
Selecteer
> STEL IN > SYSTEEM > VOORLIGGENDE
KOERS > AFWIJKING > GEBRUIKERSAFWIJKING.
2
Pas de afwijking aan.
3
Selecteer
om de aangepaste afwijking op te slaan.

De zoemer configureren

U kunt de pieper laten afgaan bij het indrukken van knoppen.
Selecteer
> STEL IN > SYSTEEM > ZOEMER.

Het positieformaat configureren

OPMERKING: Wijzig het positieformaat of de kaartdatum alleen
als u een kaart gebruikt die gebruikmaakt van een ander
positieformaat.
1
Selecteer
> STEL IN > SYSTEEM > GPS­POSITIE.
2
Selecteer een optie:
• Als u het positieformaat van een aflezing wilt wijzigen,
selecteert u POSITIEFORMAAT.
• Als u het coördinatensysteem van de kaart wilt wijzigen,
selecteert u KAARTDATUM.

Scherminstellingen

Selecteer
> STEL IN > SCHERM.
SCHERMVERLICHTING: Hiermee kunt u de helderheid van de
schermverlichting instellen.
KLEUR: Hiermee stelt u de schermkleur in.
NETWERK DELEN: Hiermee kunt u kleur-, schermverlichting-
en zoemerinstellingen delen met andere toestellen in het
NMEA 2000 netwerk.

Gegevensbronnen configureren

Sensors die zijn verbonden met uw toestel leveren gegevens,
zoals wind- of snelheidsgegevens, en kunnen via uw toestel
worden geconfigureerd. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij
elke sensor voor meer informatie.
1
Selecteer
> STEL IN > GEGEVENSBRONNEN.
2
Selecteer een gegevenscategorie.
3
Als meerdere sensors op de boot gegevens leveren binnen
de categorie, selecteert en configureert u een van deze
sensors.
4
Selecteer een configuratie-optie en configureer de instelling.

Een gecombineerd netwerk oplossen

Wanneer het toestel is ingeschakeld, kan het detecteren of het
is gesynchroniseerd met instrumenten in een ander netwerk. Dit

Bediening met toetsenblok

kan voorkomen als het toestel eerder is geïnstalleerd op een
ander vaartuig en met instrumenten in het netwerk van het
andere vaartuig is gesynchroniseerd. Als de instellingen niet
worden hersteld naar de fabrieksinstellingen
herstellen naar de standaardinstellingen, pagina
het toestel een conflict dat moet worden opgelost.
1
Selecteer
> STEL IN > GECOMBINEERDE
NETWERKEN GEDETECTEERD.
2
Selecteer een optie:
• Als u bestaande instrumenten op het netwerk wilt
synchroniseren met het toestel, selecteert u NEE.
• Als u het toestel wilt synchroniseren met bestaande
instrumenten op het netwerk, selecteert u JA.
Bediening met toetsenblok
Het toetsenblok kan alle compatibele scheepsinstrumenten in
uw NMEA 2000 netwerk aansturen. Alle compatibele
scheepsinstrumenten moeten zijn verbonden met hetzelfde
NMEA 2000 netwerk. U kunt de volgorde waarin ze worden
aangestuurd configureren.
OPMERKING: Het toetsenblok is niet compatibel met alle
Garmin scheepsinstrumenten. Een volledige lijst van
compatibele instrumenten kunt u vinden op
/GNXkeypad.
Knop
Functie
Selecteer om schermverlichtingsniveaus van scheepsinstru-
menten en toetsenbloken te kiezen.
Houd ingedrukt om de scheepsinstrumenten en toetsen-
bloken in de slaapstand te zetten.
t/m
Voorkeuzes. Selecteer om alle schermen in te stellen op een
geconfigureerde voorkeuzepagina.
Selecteer om over te schakelen naar het volgende scheeps-
instrument dat u met het toetsenblok bedient.
Selecteer om door de pagina's van het geselecteerde
scheepsinstrument te bladeren.
Een instrument instellen voor gebruik met
het toetsenblok
Alle compatibele scheepsinstrumenten die u met het toetsenblok
moet kunnen bedienen, moeten verbonden zijn met hetzelfde
NMEA 2000 netwerk als het toetsenblok.
Voer de volgende procedure uit voor elk compatibel instrument
dat u aan het NMEA 2000 netwerk toevoegt.
1
Selecteer op een compatibel scheepsinstrument dat
verbonden is met hetzelfde NMEA 2000 netwerk als het
toetsenblok
> STEL IN > EXTERN TOETSENBLOK
INSTELLEN.
OPMERKING: Als GECOMBINEERDE NETWERKEN
GEDETECTEERD wordt weergegeven in plaats van
(Profielen
1), detecteert
www.garmin.com
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gnx 130

Inhoudsopgave