1. LCD
2. Modusknop
*Multistralen tonen het formaat van de meetspot voor een betere
bepaling van het meetpunt.
(Standaardscherm)
1.Richt dethermometer op het meetdoel met delens(4) endruk op
demeetknop (6) omdeoppervlaktetemperatuur weer te geven.
2. Tijdenshet meten wordt naast het MAX-pictogram de
maximumtemperatuur weergegeven.
3. De afstand: verhouding meetpunt is 12:1.
Zorg ervoor dat het meetgebiedbinnen het gezichtsveldligt.
FUNCTIES:
°C of °F
Druk op de modusknop(2) om te schakelentussen °Cof °F
Verlichting
LCD-verlichting:altijd aan
Laser
LaserklasseIIIA / II/2M:
altijd inschakelentijdens het meten
Geheugen
Roepde laatste meting op door op de modusknop (2)
te drukken als de thermometer uit staat
EMC/RFI
Metingen kunnenworden beïnvloedalshet instrument wordt gebruikt
binnen een radiofrequent elektromagnetisch veld met een kracht van
ongeveer 3 volt per meter. De prestaties van het instrument worden
echter niet permanent beïnvloed.
WAARSCHUWINGEN
1. NIET RECHTIN DE LASERSTRAALKIJKEN WANNEER
HET INSTRUMENT IN GEBRUIK IS -DIT KAN LEIDEN TOT
BLIJVEND OOGLETSEL.
2.WEES UITERSTVOORZICHTIG BIJ HET BEDIENEN VAN DE LASER.
3. HET INSTRUMENT NOOIT OP OGEN RICHTEN.
4.BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN.
BEWAREN& REINIGEN
De sensorlensis het meest delicate onderdeel van de thermometer. De
lens moet te allen tijde schoon worden gehouden.Weesvoorzichtig bij
het reinigen van de lens en gebruik uitsluitend een zachte doek of
wattenstaafje met water of medische alcohol. Laat de lens volledig
drogen alvorens de thermometer te gebruiken. Dompel geen enkel
onderdeel van de thermometer onder in water. De thermometer moet
worden bewaard bij kamertemperatuur, tussen –20 °Cen +65°C.
5. Multistralen*
LCD-FOUTMELDINGEN
De thermometer geeft visuele diagnostischeberichten als volgt weer:
4. Infraroodlens
6. Meetknop
「
「
3. Batterijdeksel
「
「
」
「
」
thermometer geresetworden.U kunt dethermometer resetten door het
instrument uit te schakelen,de batterij te verwijderen en minimaal één
minuut te wachten. Plaats vervolgens de batterij terug en zet de
thermometer aan. Als de foutmelding nog steeds wordt weergegeven,
neem dan contact op met de klantenservice voor advies.
'Hi' of 'Lo' wordt weergegeven wanneer de temperatuur die wordt
gemetenzich buiten het meetbereik bevindt.
BATTERIJEN
De thermometer geeft debatterijstatus alsvolgt weer:
ʻBatterij OKʼ:
metingen zijnmogelijk
Wanneer via het pictogram 'Batterij bijna leeg' wordt aangegevendat de
batterijen bijna leeg zijn, dienen deze onmiddellijk te worden vervangen
door AAA-batterijen van1,5 V. Let op:Het is belangrijk dat het instrument
wordt uitgeschakeldvoordat debatterijen worden vervangen.Alsu dit niet
doet, kan dit leiden tot storingen van de thermometer. Voer batterijen
onmiddellijk milieuvriendelijk af enhoud zebuiten het bereik vankinderen.
SPECIFICATIES
Meetbereik
Werkingsbereik
Nauwkeurigheid
(Tobj = 15-35°C,
Tomg = 25°C)
Nauwkeurigheid
(Tomg = 23±3°C)
Emissiefactor
Resolutie
Reactietijd (90%)
Afstand: verhouding
meetpunt
Levensduurbatterij
Afmetingen
Gewicht
** De thermometer wordt automatisch uitgeschakeld als deze langer
dan 15 secondenniet gebruikt is.
Bedieningsinstructies
TFI 260thermometer
'Er2' wordt weergegeven wanneer de thermometer
」
wordt blootgesteld aan snelle veranderingen in de
omgevingstemperatuur.
」
'Er3'wordt weergegevenwanneer deomgevingstempera-
tuur lager is dan0°Cof hoger dan+50°C.Dethermometer
」
heeft voldoendetijd nodig (tot 30 minuten) omzichaante
passenaandewerk- / omgevingstemperatuur.
Error 5~9, voor alle andere foutmeldingen moet de
ʻBatterij bijnaleegʼ:
batterij moet worden vervangen;
metingen zijn nogmogelijk
-60 tot +550 °C
0~50°C
±1,5°C
Tobj=0~550°C: ±2%van meting of 2°C:
de grootste waarde geldt
Tobj=-60~0 °C:±(2°C+0,05/°C)
0,95 vast ingesteld
0,1°C bij -76 °C, anders 1°C
1 sec
12:1
Typ.18,min 14 uur permanent gebruik
114,79 x 162,15 x 40 mm
179,2 gram
inclusief batterijen (AAA*2 stuks)
ʻBatterij leegʼ:
metingenzijn niet mogelijk