brandstof bij terwijl de motor draait of nog warm
is, om brandrisico te vermijden (wacht tot de
motor is afgekoeld alvorens te tanken). Tank in
een open ruimte en ver van vlammen of vonken.
Verwijder de tankdop niet terwijl de motor draait.
Open de tankdop voorzichtig, zodat eventuele
overdruk langzaam verdwijnt. Draai de tankdop
goed vast na het tanken. Zorg ervoor dat u geen
brandstof morst. De door brandstoffen
geproduceerde gassen kunnen een ontploffing
of brand veroorzaken. Benzine is zeer licht
ontvlambaar: doof sigaretten, pijpen en sigaren
alvorens in de buurt te komen van elk type
brandstof. Rook niet en breng geen
warmtebronnen of vonken in de buurt van de
brandstof. Tank nooit in de buurt van of boven
ontvlambare voorwerpen (droge bladeren, etc.).
Terugslag
Machines die van een mes zijn voorzien
16
kunnen een krachtige zijdelingse terugslag
veroorzaken als ze met vaste voorwerpen in
C. Beschrijving van de veiligheidsuitrustingen van de machine
1 2 3 4
Gashendelvergrendeling
Gebruik de machine nooit met de
gashendelvergrendeling met behulp van
plakband, touw of andere middelen
ingedrukt.
Deze inrichting werd ontwikkeld om onvrijwillige
bediening van de gashendel (fig. A n. 3) te
voorkomen. De gashendel (fig. A n. 3) kan
namelijk alleen worden geactiveerd als
gelijktijdig de vergrendeling (fig. A n. 17) wordt
ingedrukt. Bij loslaten van de handgreep keren
de gashendel (fig. A n. 3) en de
gashendelvergrendeling (fig. A n. 17) via 2
onafhankelijke veren automatisch in hun
oorspronkelijke positie terug.
Gesp voor stangbevestiging
1 2 3 4 12
Gebruik de gesp voor het bevestigen van de
stang bij elke inschakeling van de machine door
het bevestigingspunt aan de steun vast te
haken. Op deze manier wordt de stang in positie
gehouden wanneer u tijdens de startprocedure
uw handen niet vrij heeft.
Trillingdemper
De machine is voorzien van een trillingdemper
(fig. A n. 30) met het doel om de trillingen die op
de gebruiker worden overgebracht te
verminderen.
Motorstopinrichting
Door de Stopschakelaar (fig. A n. 8) op O /
STOP te zetten wordt de motor uitgeschakeld.
5 - NEDERLANDS
contact komen. De terugslag kan van de
machine op de bediener worden overgebracht
waardoor deze de controle over de machine kan
verliezen. Het mes kan ook amputatie van
armen en benen veroorzaken. Gebruik altijd een
goed scherp mes. Een mes met versleten
tanden kan behalve problemen bij het maaien
tevens TERUGSLAG veroorzaken, d.w.z. een
harde stoot aan de voorkant van de machine
door botsing van het mes tegen hout of andere
vaste voorwerpen. Deze stoot kan van de
machine op de bediener worden overgebracht,
waardoor deze de controle over de machine kan
verliezen. Een beschadigd of versleten mes mag
niet worden bijgeslepen maar moet door een
nieuw mes worden vervangen. Ook kan
terugslag optreden wanneer men de risicozone
van een willekeurig mestype gebruikt (zie I1).
Werk niet met de risicozone van het mes om
terugslag te voorkomen.
Om de juiste werking te controleren, de motor
starten en controleren of de motor afslaat
wanneer de stopschakelaar in de stand Stop
wordt gezet.
Transportbescherming
4 10 13
Bedien de machine nooit met
gemonteerde transportbescherming.
Deze inrichting bedekt de scherpe uiteinden van
het mes tijdens vervoer of opslag van de
machine.
Mesbeschermkap
1 2 3 4 10
Dit is een zeer belangrijke veiligheidsinrichting
(fig. A n. 19) die voorkomt dat eventuele
voorwerpen die met het mes in contact komen of
het gras weggeslingerd worden en de gebruiker
kunnen raken.
Veiligheidsbarrière
1 2 3 4
Deze inrichting is aan de machine bevestigd en
garandeert een minimale afstand tussen de
gebruiker en het mes tijdens de werking van de
machine, zodat in geval van stoten van het mes
tegen een hard oppervlak wordt voorkomen dat
het mes met het lichaam in contact komt en de
gebruiker verwondingen kan oplopen (fig. A
n. 18).