8.
Trek de stekker van de extender uit het stopcontact en verplaats het apparaat
naar een nieuwe locatie, dichter bij het gebied met het slechte WiFi-signaal.
De locatie die u kiest moet zich binnen het bereik van het bestaande WiFi-
routernetwerk bevinden.
9.
Sluit de extender aan op een stopcontact.
Het netvoedingslampje brandt groen. Druk op de aan-uitknop als het
netvoedingslampje niet brandt.
Gebruik het routerverbindingslampje om u te helpen een locatie te kiezen
waar de verbinding tussen de extender en de router optimaal is.
De beste locatie vinden
Als het WiFi-signaal zwak is wanneer u het uitbreidingsnetwerk voor het eerst
gebruikt, brandt het lampje voor de routerverbinding of het lampje voor de
apparaatverbinding oranje of rood. Verplaats de extender als dit gebeurt.
•
Plaats de extender dichter bij de router als het lampje voor de
routerverbinding oranje of rood brandt.
•
Plaats de computer of het mobiele apparaat dichter bij de extender als het
lampje voor de apparaatverbinding oranje of rood brandt.
10