Programmering
INSTELLING
TUSSENPOSITIE, VENTILATIE/KANTELEN, Prog 1 EINDSTAND
(Tijd/ Standprogrammering)
OK
Zie vorige
TUSSEN-
VENTILATIE
pagina
STAND
(KANTELEN)
+/–
+/–
De menu-items
VAKANTIE/LICHTSENSOR
zijn bevestigd. TUSSENPOSITIE
verschijnt.
1. Met de +/- toets kan de looptijd naar de TUSSENPOSITIE worden
ingesteld. De opgave van de looptijd vindt plaats in seconden of u
loopt naar de TUSSENPOSITIE met de OP-/NEER-toets vanuit de
bovenste eindstand.
2. Bevestig met OK.
3. Gebruik de +/- -toets om de looptijd naar VENTILATIE/KANTELEN
In te stellen. De looptijd wordt opgegeven in seconden.
of loop naar VENTILATIE/KANTELEN met de OP-/NEER-toets
vanuit de onderste eindstand.
4. Bevestig met OK. Prog1 EINDSTAND verschijnt.
5. Gebruik de +/- toets om te kiezen tussen PROG 1 EINDSTAND,
PROG 1TUSSENPOSITIE en PROG 1 VENTILATIE/KANTELEN.
6. Bevestig de keuze met OK.
De functie PROG 1 EINDSTAND is nu ingesteld.
Lees voor meer programmering verder in het menu INSTELLING.
NL-29
OK
OK
PROG 1
Zie volgende
EINDSTAND
pagina
+/–
PROG 1
OK
TUSSEN-
STAND
+/–
PROG 1
VENTILATIE/
KANTELE
OK
Programmering
INSTELLING
PROG 2 EINDSTAND (Tijd/ Standprogrammering)
OK
Zie vorige
PROG 2
pagina
EINDSTAND
OK
+/–
PROG 2
TUSSEN-
STAND
+/–
OK
PROG 2
VENTILATIE
Aanwijzing: Alleen wanneer in PROG 2 een tijd is ingesteld, wordt
het dialoogvenster weergegeven.
Het menu-item PROG 1 EINDSTAND is bevestigd.
PROG 2 EINDSTAND verschijnt.
1. Gebruik de +/- -toets om te kiezen tussen PROG 2 EINDSTAND,
PROG 2 TUSSENPOSITIE en PROG 2 VENTILATIE/KANTELEN.
2. Bevestig de keuze met OK.
De functie PROG 2 STAND is nu ingesteld.
Lees voor meer programmering verder in het menu INSTELLING.
Zie volgende
pagina
NL-30