Luchtfilter reinigen
De luchtfilters moet worden gereinigd, zodra ze vervuild zijn. Dit
is bijv. merkbaar aan een gereduceerde capaciteit (zie
hoofdstuk defecten en storingen).
Waarschuwing
Controleer of de luchtfilters niet versleten of
beschadigd zijn. De hoeken en randen van de
luchtfilters mogen niet zijn vervormd of afgerond.
Controleer voor het weer plaatsen van de luchtfilters of
ze onbeschadigd en droog zijn!
1. Verwijder de luchtfilters uit het apparaat.
2. Maak de filters schoon met een zachte, licht bevochtigde
en pluisvrije doek. Zijn de filters sterk vervuild, maak ze
dan schoon met warm water, vermengd met een neutraal
reinigingsmiddel.
3. Laat de filters volledig drogen. Plaats geen natte filters in
het apparaat!
4. Plaats de luchtfilters weer in het apparaat.
NL
Condens afvoeren (handmatig legen)
In de bedrijfsmodus Koeling en Ontvochtiging ontstaat condens,
dat voor het grootste deel via de afvoerlucht wordt afgevoerd.
Het resterende condens verzamelt zich in een reservoir binnen
de behuizing. Het condens moet regelmatig worden verwijderd.
Verzamelt zich teveel condens, schakelt het apparaat uit en
signaleert dit via de foutcode P1 op de segmentweergave (15).
1. Transporteer, resp. rol het apparaat voorzichtig naar een
geschikte locatie, om het condens te laten weglopen (bijv.
een afvoer) of zet een geschikt opvangreservoir klaar
onder de condensafvoer.
2. Verwijder de afsluitdop en de rubberplug bij de
condensafvoer.
3. Laat het condens volledig weglopen.
4. Plaats de rubberplug weer in de condensafvoer en schroef
de afsluitdop er weer op. Zorg dat de rubberplug goed
vastzit, omdat anders ongecontroleerde waterlekkage kan
ontstaan.
ð De foutcode P1 op de segmentweergave (15) gaat uit,
zodra het condens is afgevoerd.
lokale airconditioner PAC 3900 X
19