IFC 100
3.6 Aarding van de meetsensor
3.6.1 Klassieke methode
VOORZICHTIG!
Er mag geen verschil in potentiaal zijn tussen de meetsensor en de behuizing of de
veiligheidsaarding van de signaalomvormer.
• De meetsensor moet naar behoren worden geaard.
• De aardingskabel mag geen stoorspanningen verzenden.
• Gebruik de aardingskabel niet om meer dan een apparaat tegelijkertijd te aarden.
• De meetsensors zijn geaard door middel van een aardingsgeleider FE.
• Speciale aardingsinstructies voor de diverse meetsensors worden verstrekt in aparte
documentatie voor de meetsensor.
• De documentatie voor de meetsensor bevat ook beschrijvingen van de manier waarop de
aardingsringen moeten worden gebruikt en hoe de meetsensor moet worden geïnstalleerd in
metalen of plastic leidingen, of in leidingen die aan de binnenzijde gecoat zijn.
07/2011 - 4001489401 - QS IFC 100 R04 nl
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
www.krohne.com
3
23