10. Handmatige instelling van de eindposities
Breng de oorspronkelijke aansluiting in overeenstemming met de aansluitingsschema's [ 26 tot 28 ] op pagina's
22 en 23 weer tot stand, mocht u de instelling met de universele instelkabel hebben aangebracht.
i
Als tijdens het instellen een storing optreedt (bijv: de buismotor draait ook bij het drukken en ingedrukt hou-
den van de insteltoets slechts één omwenteling), dan is eventueel de adapter (10) van de aandrijfkop (12)
verschoven.
© Controleer en corrigeer eventueel de positie van de adapter (10), zie pagina 29.
10.1 Testrun / eindposities wijzigen
Test
1.
Controleer vervolgens de looprichting, als de
Geconnecteerde rolluikmotor premium met een
schakelaar of toets bediend wordt.
Vervang bij onjuiste looprichting de kabels voor de
draairichting, zie aansluitingsschema [ 27 / 28 ] op
pagina 22 / 23.
2.
Controleer de instellingen en laat het rolluik in
beide richtingen bewegen tot de eindposities de
motor uit laten schakelen.
LET OP!
De buismotoren zijn ontworpen voor kortston-
dig bedrijf (ca. 4 min.).
Wanneer deze tijd overschreden wordt, of er vaak
omgeschakeld wordt, leidt dit tot verhitting van de
motor en wordt de motor door de thermobeveiliging
uitgeschakeld.
© Laat de motor in dat geval ca. 20 minuten afkoelen.
Eindposities wijzigen
Laat het rolluik tot de middelste positie bewegen
en begin opnieuw.
NL
27