6 Elektrische installatie
5.2.2
Lektest uitvoeren
De lektest moet in overeenstemming zijn met EN378‑2.
Druklektest
OPMERKING
Overtreft de maximale werkdruk van de unit NIET (zie "PS
High" op het naamplaatje van de unit).
1 Vul het systeem met stikstofgas tot een manometerdruk van
minstens 0,2 MPa (2 bar). Het is aanbevolen de druk tot
3,0 MPa (30 bar) te verhogen om kleine lekken te vinden.
2 Test op lekkages door de bubbeltestoplossing op alle
verbindingen aan te brengen.
OPMERKING
Gebruik ALTIJD een aanbevolen bellentestoplossing van
bij uw groothandelaar.
Gebruik NOOIT zeepwater:
▪ Zeepwater kan componenten zoals flaremoeren of
deksels van afsluiters doen barsten.
▪ Zeepwater kan zout bevatten, dat vocht opneemt en
bevriest wanneer de leidingen koud worden.
▪ Zeepwater
bevat
flareverbindingen kan veroorzaken (tussen de messing
flaremoer en de koperen flare).
3 Verwijder alle stikstofgas.
5.2.3
Vacuümdrogen
OPMERKING
▪ Sluit de vacuümpomp aan op zowel de servicepoort
van de gasafsluiter als de servicepoort van de
vloeistofafsluiter voor een betere efficiëntie.
▪ Zorg ervoor dat de gasafsluiter en vloeistofafsluiter
goed gesloten zijn alvorens over te gaan tot de lektest
of het vacuümdrogen.
1 Vacumeer het systeem tot de druk op het verdeelstuk −0,1 MPa
(−1 bar) aangeeft.
2 Wacht 4-5 minuten en controleer de druk:
Indien de druk...
Niet verandert
Stijgt
3 Vacumeer het systeem minstens 2 uur tot een meterdruk van
−0,1 kPa (–1 bar).
4 Controleer na het uitschakelen van de pomp de druk gedurende
minstens 1 uur.
5 Indien u het beoogd vacuüm NIET kunt bereiken of het vacuüm
NIET gedurende 1 uur kunt bewaren, doe dan het volgende:
▪ Controleer opnieuw op lekken.
▪ Vacuümdroog opnieuw.
OPMERKING
Vergeet niet om na de installatie van de koelmiddelleiding
en het vacuümdrogen de afsluiters te openen. Wanneer u
het systeem probeert te gebruiken met gesloten afsluiters
kan de compressor schade oplopen.
Installatiehandleiding
10
ammoniak,
dat
corrosie
van
Dan...
Er zit geen vocht in het
systeem. Deze procedure is
voltooid.
Er zit vocht in het systeem. Ga
verder met de volgende stap.
6
Elektrische installatie
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Het toestel MOET worden geïnstalleerd conform de
nationale bedradingsvoorschriften.
WAARSCHUWING
Gebruik voor de stroomkabels ALTIJD meeraderige kabel.
WAARSCHUWING
Als het netsnoer beschadigd is, MOET de fabrikant, zijn
vertegenwoordiger,
zijn
gelijkaardige bevoegde personen het snoer vervangen om
een gevaarlijke situatie te voorkomen.
VOORZICHTIG
Duw of leg GEEN overtollige kabellengte in de unit.
VOORZICHTIG
Voorzie best een vertraging van 10 minuten voordat het
alarm afgaat wanneer de temperatuur wordt overschreden
als de units worden gebruikt voor toepassingen met
temperatuuralarminstellingen. De unit kan verscheidene
minuten stoppen tijdens de normale werking om "de unit te
ontdooien" of in de "thermostaat-stop"-werking.
6.1
Over het voldoen aan de normen
inzake elektriciteit
AZAS100~140MUV
De apparatuur voldoet een de norm EN/IEC 61000-3-12 (Europese/
internationale technische norm die de grenzen vastlegt inzake
harmonische stromen geproduceerd door apparatuur aangesloten
op openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom >16 A
en ≤75 A per fase).
AZAS100~140MUY
Apparatuur conform met EN/IEC 61000‑3‑2 (Europese/Internationale
Technische Norm die de beperkingen vastlegt voor harmonische
stromen geproduceerd door apparatuur die is aangesloten op
openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom ≤16 A
per fase).
6.2
Richtlijnen voor het aansluiten van
de elektrische bedrading
Aanhaalmomenten
Item
M4 (X1M)
M4 (aarding)
M5 (X1M)
M5 (aarding)
OPMERKING
Gebruik gebogen ringvormige krimpklemmen als er weinig
plaats is aan de draadklemmen.
servicevertegenwoordiger
of
Aanhaalmoment (N•m)
1,2~1,8
1,2~1,4
2,0~3,0
2,4~2,9
AZAS100~140MUV/Y
Sky Air Active-series
4P743507-1 – 2023.08