Advertenties
Stap 5: Detectorkap terugplaatsen
1.
Zorg ervoor dat de interne pakking correct is
geplaatst.
2.
BELANGRIJK: Duw de bovenzijde van de
detectorkap achter de twee nokken langs de
bovenzijde van de montagesokkel, zodat het
scharnier op de detectorkap in de gleuf van
de montagesokkel past.
3.
Sluit de detectorkap en zorg ervoor dat de
zijnokken correct passen.
4.
Plaats de schroef aan de voorzijde terug.
Stap 6: Een looptest uitvoeren
Kies in het Installateursmenu Test, looptest om te
controleren of de detector correct is uitgelijnd.
Maskeren
U kunt delen die u niet wilt bewaken maskeren
met de verschuifbare afdekplaatsjes of
de maskeer sticker, zoals hieronder wordt
beschreven.
Verschuifbare afdekplaatsjes
De detectormodule is uitgerust met twee
verschuifbare afdekplaatsjes, die u kunt gebrui-
ken om de detectiehoek te verkleinen. Er wordt
een extra set afdekplaatjes meegeleverd als de
detectiehoek verder moet worden verkleind.
De afdekplaatjes worden geplaatst zoals getoond
in Afbeelding 6. Elk deel van de detectorlens geeft
een detectiepatroon van ongeveer 10 graden.
Afbeelding 6. De afdekplaatjes plaatsen
Maskeersticker
U kunt de zelfklevende sticker gebruiken als
aanvulling op, of in plaats van, de gordijnen.
De sticker gebruiken:
1.
Bestudeer zorgvuldig hoe de lens in het
frame past - u zult moeten zorgen dat
de lens op exact dezelfde manier wordt
teruggeplaatst.
2.
Verwijder de lens handmatig vanaf de voor-
zijde. Gebruik geen gereedschap.
3.
Knip delen van de sticker en breng ze aan op
de achterzijde (gladde zijde) van de lens.
4.
Plaats de lens terug. Zorg ervoor dat deze
correct in het frame is geplaatst en op de
juiste manier naar boven wijst (de bovenkant
van de lens heeft een kleine inkeping).
WAARSCHUWING: Oefen geen druk uit
op het draadloze printje. Dit kan schade
veroorzaken.
Lokale programmeeropties
U kunt de instellingen die in de volgende tabel
worden getoond programmeren met de knop
en de led getoond in Afbeelding 7. De instel-
lingen worden opgeslagen in het niet-vluchtige
geheugen.
Optie
1. Bereik (m)
2. Aantal pulsen
3. Uitgangslogica
*Standaardinstellingen
Puls teller is het aantal keren dat de eenheid op
beide PIR-sensoren moet detecteren alvorens een
alarmuitgangssignaal uit te sturen.
Led
Programmeerknop
Afbeelding 7. Detectoronderdelen
Huidige instellingen weergeven
1.
Druk eenmaal op de knop om de bereikoptie
te openen, of tweemaal om het aantal pulsen
te tellen.
2.
Tel het aantal snelle flitsen van de led. Eén
reeks flitsen geeft aan dat de eerste instelling
in de bovenstaande tabel wordt gebruikt,
twee reeksen geven de tweede instelling aan,
en drie de derde (indien van toepassing).
3.
Wacht een seconde of twee (druk niet op de
knop) tot u een dubbele flits ziet. Dit signa-
leert het einde van de programmeermodus.
Een instelling wijzigen
Herhaal het bovenstaande proces tot u ervan
overtuigd bent dat u weet hoe u elke optie moet
openen en de huidige instelling moet bepalen.
Als u klaar bent om een instelling te wijzigen,
herhaal het proces dan als volgt met de toevoe-
ging van een extra stap:
Instelling
1
2
3
10
20
30*
1*
2
Niet gebruikt
Kruipzone spiegel
Pagina 3
Advertenties
