Gebruik van het systeem in het algemeen
Uw systeem aan- en uitzetten
Geluid bijstellen
Systeeminstellingen
Sleeptimer gebruiken
Video-uitgang veranderen voor aansluitingen voor component-video
12
U kunt uw systeem aan- en uitzetten met de knop On/Off op de afstandsbediening of op het
knoppenpaneel van het mediacenter. Wanneer u het systeem aanzet met de On/Off-knop,
wordt automatisch de bron gekozen die het laatst in gebruik was. U kunt ook op een "bron"-
knop drukken op de afstandsbediening om tegelijkertijd het systeem aan te zetten en de bron
te kiezen.
Volume
U kunt het volume van het systeem aanpassen met de knop Volume
afstandsbediening of op het knoppenpaneel van het mediacenter.
Aantal luidsprekers in gebruik veranderen
Wanneer u een bron aanzet, wordt automatisch het aantal luidsprekers voor die bron
vastgesteld. Kiest u bijvoorbeeld FM, dan worden rechter- en linkerluidspreker aan de
voorkant gebruikt. Speelt u een DVD-video af, dan worden alle vijf de luidsprekers aangezet.
U kunt het aantal luidsprekers dat in gebruik is, voor iedere bron aanpassen door te drukken
op de knop Speakers 2-3-5 op de afstandsbediening.
Surround sound aanpassen
Het geluidsniveau van de (achterste) surround-luidsprekers in uw systeem kan in kleine
stappen worden aangepast met de knoppen Surround + / – op uw afstandsbediening. In
surround (5-luidspreker)-modus verhoogt u het geluidsniveau met Surround+; met
Surround– verlaagt u het geluidsniveau.
Plug voor koptelefoon gebruiken
Wilt u alleen luisteren, dan sluit u een koptelefoon aan op de aansluiting aan de rechterkant
van het mediacenter. Is er een koptelefoon aangesloten, dan staan alle luidsprekers van
ZONE 1 uit.
U kunt desgewenst de systeeminstellingen wijzigen met de menu's voor systeeminstellingen.
Zie "Systeeminstellingen wijzigen" op blz. 22.
Uw systeem heeft een sleeptimer. U kunt deze sleeptimer zo instellen dat uw systeem
automatisch wordt uitgeschakeld nadat u tussen de 10 tot 90 minuten hebt geluisterd naar
een bron. U kunt deze timer instellen via het instellingenmenu. Zie "Menu's voor instellingen
gebruiken" op blz. 22.
Als uw TV of video monitor geschikt is voor "component video"-inputsignalen en u heeft uw
TV aangesloten op uw systeem via de meegeleverde "component video"-adapter, dan moet u
de instelling voor de video-ingang in het instellingenmenu veranderen in "YPbPr". Hierdoor
zendt het mediacenter de juiste videosignalen naar uw TV.
Zie "Menu's voor instellingen gebruiken" op blz. 22 om de instelling van de video-uitgang te
veranderen. Zie ook "Systeeminstelling wijzigen" op blz. 34.
op de