e_kb471.book Page 147 Tuesday, July 29, 2008 3:14 PM
De digitale filters gebruiken
Met deze functie kunt u kleurtinten aanpassen en speciale bewerkingen uitvoeren
op een geselecteerde opname.
De opname wordt bewerkt met het zwart-witfilter.
Zwart-witfilter
De opname wordt bewerkt met het sepiafilter.
Sepiafilter
De opname wordt bewerkt met het geselecteerde kleurfilter.
Kleurfilter
U kunt kiezen uit zes filters: rood, roze, paars, blauw, groen en geel.
De opname wordt bewerkt met het geselecteerde kleurextractiefilter.
Kleurextractiefilter
U kunt kiezen uit drie filters: rood, groen en blauw.
De opname wordt bewerkt tot een zachte opname.
Soft-filter
De helderheid van de opname aanpassen.
Helderheidsfilter
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de opname die u wilt bewerken.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
3
Selecteer D (Digitaal filter) met
de vierwegbesturing (2345).
4
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van een digitaal filter
verschijnt.
1 Zwart-witfilter
2 Sepiafilter
3 Kleurfilter
4 Kleurextractiefilter
5 Soft-filter
6 Helderheidsfilter
1/2
1/2
Digitaal filter
Digitaal filter
Digitaal filter
Wijzigt beelden met een
kleuren- of Soft-filter.
Stop
Stop
Stop
OK
OK
OK
MENU
OK
6
5
4
3
2
MENU
Stop
Stop
Stop
OK
OK
OK
OK
5
1
147