Bijlage C: Graco Gateway naar ControlLogix via ethernet-IP
ControlLogix Configuratie
1.
Start het RSLogix 5000 programma op en creëer een
nieuwe configuratie.
2.
Voeg een 1756-ENET/B of een 1756-ENBT/A toe aan uw
I/O-configuratie. U moet het volgende doen:
a.
Schakel over op de offline-modus.
b.
Rechts klikken op de I/O-configuratieknoop in de
controllerorganisator weergave en "Add Module"
(module toevoegen) kiezen.
c.
In het venster om het moduletype te selecteren, kiest
u een 1756-ENET/B of een 1756-ENBT/A-toegang.
RSLogix zal het venster met module-instellingen
openen. Zie F
. 70.
IG
d.
Geef het IP-adres van de ENET/B- of
ENBT/A-interface in.
e.
Klik op "Finish" (beëindigen) om de interface toe te
voegen aan uw I/O-configuratie.
f.
Download de configuratie.
g.
Schakel over op de online-modus en open de
knoopinstellingen van de 1756-ENET/B of
1756-ENBT/A onder de I/O-configuratie in de
controllerorganisator.
F
. 70. Instellingen van de ethernetmodule
IG
74
h.
Selecteer het blad voor de poortconfiguratie op het
scherm met module-instellingen. Zie F
i.
Geef het IP-adres en het subnetmasker in. Het
IP-adres moet overeenkomen met het IP-adres dat
ingegeven werd in het eigenschappenvenster(F
70).
j.
Pas de instellingen toe via de Set-knop (Instellingen).
k.
U kunt nu de netwerkcommunicatie van uw netwerk-
module met uw eenheid controleren aan de hand van
een geschikt diagnose-instrument zoals Ping.
3.
Voeg de Graco Gateway toe aan de RSLogix configuratie
door het volgende te doen:
a.
Schakel over op de offline-modus.
b.
Klik rechts op de 1756-ENET/B- of de
1756-ENBT/A-knoop onder de I/O-configuratie in de
controllerorganisator weergave en kies om een
module toe te voegen.
c.
In het venster om het moduletype te selecteren, kiest
u de generieke ethernetmodule. Zie F
d.
Klik op OK. Het venster met module-instellingen zal
geopend worden. Zie F
. 71.
IG
.
IG
. 72.
IG
. 73.
IG
IP-adres
Finishknop
(beëindigen)
3A1562D