Download Print deze pagina

Garmin GRID 20 Installatie-Instructies pagina 3

Advertenties

De delen van de schuimrubberen pakking hebben een
zelfklevende strip aan de achterzijde. Verwijder de
beschermfolie voordat u deze delen bevestigt aan het toestel.
18
Als u geen toegang hebt tot de achterzijde van het toestel
nadat u dit hebt gemonteerd, verbindt u de benodigde kabel
of plaatst u de AA-batterijen (let op de polariteit) voordat u
het toestel in de opening plaatst.
OPMERKING: Om corrosie van de metalen contacten te
voorkomen als u geen kabel gebruikt, drukt u de weerkap
stevig vast op de connector.
19
Breng watervaste kit aan tussen het montageoppervlak en
het toestel om deze ruimte op te vullen. Dit voorkomt
waterschade achter het dashboard.
20
Als u toegang hebt tot de achterzijde van het toestel, kunt u
watervaste kit aanbrengen rond de opening.
21
Plaats het toestel in de opening.
22
Bevestig het toestel aan het montageoppervlak met de
langere machineschroeven
houtschroeven, afhankelijk van de montagemethode.
23
Veeg de overtollige waterdichte kit weg.
24
Bevestig de sierkapjes door deze op hun plaats te klikken
rond de bovenkant en onderkant van het toestel.
Het GRID 20 toestel aansluiten
Het GRID 20 toestel vereist een voedingsverbinding en een
gegevensverbinding via een van de volgende drie methoden:
• NMEA 2000 netwerk voor voeding en gegevens
• Inclusief voedingskabel en een ANT draadloze verbinding
(Het GRID 20 toestel koppelen met de kaartplotter,
pagina
4)
• AA-batterijen (niet meegeleverd) en een ANT draadloze
verbinding
(Het GRID 20 toestel koppelen met de
kaartplotter, pagina
4)
OPMERKING: De NMEA 2000 verbindingsmethode kan worden
gebruikt om alle risico's van problemen door draadloze
interferentie van andere toestellen te voorkomen en in situaties
waarin er mogelijk problemen met het draadloze bereik zijn. De
kabels die nodig zijn om verbinding te maken met het NMEA
2000 netwerk, zijn niet meegeleverd.
Nadat u de voeding hebt aangesloten op het GRID 20 toestel,
moet u het toestel koppelen met de kaartplotter om de
gegevensverbinding te maken
met de kaartplotter, pagina
Aandachtspunten bij de NMEA 2000 verbinding
Als u verbinding maakt met een bestaand NMEA 2000 netwerk,
moet u de NMEA 2000 voedingskabel identificeren. Er is slechts
één NMEA 2000 voedingskabel benodigd voor het NMEA 2000
netwerk om goed te werken.
Er moet een NMEA 2000 Power Isolator (010-11580-00) worden
gebruikt in installaties waar de bestaande NMEA 2000
netwerkfabrikant onbekend is.
U kunt het GRID 20 toestel verbinden met een NMEA 2000
netwerk op uw boot om een stroom- en gegevensverbinding te
bieden. Als u het GRID 20 toestel verbindt met een NMEA 2000
netwerk, hoeft u geen batterijen of de meegeleverde
voedingskabel of een ANT draadloze verbinding te gebruiken.
Als u een NMEA 2000 netwerk moet opzetten en daar niet
vertrouwd mee bent, gaat u naar
informatie.
of de meegeleverde
(Het GRID 20 toestel koppelen
4).
LET OP
support.garmin.com
Compatibele Garmin kaartplotter
GRID 20
Startschakelaar of onderbrekingsschakelaar
NMEA 2000 voedingskabel
NMEA 2000 netwerkkabel
Voedingsbron van 12 V gelijkstroom
NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel
NMEA 2000 T-connector
NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel
Nadat u de NMEA 2000 netwerkverbinding hebt gemaakt, moet
u het GRID 20 toestel koppelen met de kaartplotter
20 toestel koppelen met de kaartplotter, pagina
Aansluiten op de voeding
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de
geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of
schade aan het product door brand of oververhitting te
voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals
vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt
aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de
garantie op het product.
1
Leid de voedingskabel naar de voedingsbron en het toestel.
2
Sluit de rode draad aan op de positieve pool van de accu (+)
en de zwarte draad op de negatieve pool van de accu (-).
3
Verbind de voedingskabel met het toestel en draai de
borgring naar rechts om hem vast te maken.
Nadat het toestel is aangesloten op de voeding, moet u het
koppelen met de kaartplotter
de kaartplotter, pagina
Batterijen plaatsen
U kunt AA alkaline-, NiMH- of lithiumbatterijen (niet
meegeleverd) gebruiken. Gebruik lithiumbatterijen voor de beste
resultaten.
OPMERKING: Plaats geen batterijen als u de meegeleverde
voedingskabel of een NMEA 2000 netwerkverbinding gebruikt.
voor meer
1
Draai de D-ring tegen de klok in en trek deze omhoog om de
batterijklep te openen.
2
Plaats twee AA-batterijen met de contacten in de juiste
richting.
4).
WAARSCHUWING
(Het GRID 20 toestel koppelen met
4)
(Het GRID
3

Advertenties

loading