Inhoudsopgave
Advertenties
6
De thermostaat moet worden gekalibreerd nadat deze op de klep is geïnstalleerd en telkens
nadat de batterijen zijn vervangen. De melding CAL wordt weergegeven wanneer kalibratie
vereist is.
Aanpassing van de thermostaat
Nadat de thermostaat is gestart, vindt deze de optimale stand om de ingestelde temperatuur
in de ruimte te bereiken en te handhaven. Wanneer de klep onvoldoende open is, duurt het
te lang om de ruimte op te warmen. Als de klep te veel open is, warmt de ruimte snel op,
maar blijft de temperatuur boven de ingestelde waarde stijgen en is de ruimte te heet. De
aanpassing wordt herhaald wanneer de thermostaat detecteert dat de omstandigheden in de
ruimte zodanig zijn veranderd dat de werking ervan kan worden beïnvloed. Wanneer de
aanpassing bezig is, worden het ADPT bericht en de temperatuur afwisselend weergegeven.
U kunt de aanpassingsfunctie uitschakelen (zie: "Bewerk de geavanceerde instellingen"
p. 12). Als deze functie is uitgeschakeld, wordt de temperatuur geregeld met de
fabrieksinstellingen van de thermostaat.
Boost
Als de kamertemperatuur te laag en oncomfortabel is, kunt u de functie Boost inschakelen
om de kamer sneller te verwarmen. De klep zal dan gedurende een ingestelde tijd volledig
geopend zijn (standaard: 15 minuten). De resterende tijd van de Boost functie wordt
weergegeven.
U kunt de functie zelf uitschakelen (zie: "Toetsen" p. 4). Als u dit wel doet, wordt de vooraf
ingestelde bedrijfsmodus ingeschakeld.
De Boost functie heeft de hoogste prioriteit. Als deze optie is ingeschakeld, worden
andere functies en instellingen genegeerd.
Bescherming tegen kalkaanslag
Er kan zich kalk in de klep ophopen als deze gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
Om dit te voorkomen zal de thermostaat de klep om de twee weken volledig openen.
Detectie van open ramen
De thermostaat kan een plotselinge temperatuurdaling detecteren, bijvoorbeeld veroorzaakt
door een open raam. De radiateurklep wordt dan gedurende een ingestelde tijd gesloten
(standaard: 30 minuten) of totdat de thermostaat een temperatuurstijging detecteert. Het
symbool knippert wanneer de klep wordt gesloten als gevolg van de detectie van een open
raam.
U kunt de thermostaat handmatig in de normale bedrijfsmodus zetten (zie: "Bewerk de
geavanceerde instellingen" p. 12).
Vorstvrijstand
Wanneer de temperatuur onder 5 °C daalt, opent de thermostaat de klep om te voorkomen
dat de radiator bevriest. De klep blijft open totdat de bedrijfsmodus van de thermostaat wordt
gewijzigd of de temperatuur tot 8 °C stijgt Wanneer de vorstvrijstand is geactiveerd, wordt het
A-FR -bericht afwisselend weergegeven met de temperatuur die wordt geregistreerd door de
sensor (gelabeld als
de controller verzonden tijdens periodieke communicatie.
). Wanneer de beveiliging is geactiveerd, wordt deze informatie naar
ART-200
SATEL
Advertenties
Inhoudsopgave
