3
De achterste dwarsbeugel en
kabels verwijderen
Geen onderdelen vereist
Procedure
Opmerking: Bewaar al het toebehoren en de
montageonderdelen nadat de set geïnstalleerd is.
1. Verwijder de schroefveer waarmee de afstelschroeven
voor de geleiding zijn bevestigd (Figuur 5).
2. Verwijder de moer en de bout waarmee de
kabeleindes aan de handgrepen zijn bevestigd.
3. Schuif de kabels uit de dwarsbeugel (Figuur 5 en
Figuur 12).
1
2
3
6
1. Schroefveer
2. Bouten
3. Buisklem
4. Verwijder de moer en de bout waarmee de
kabeleindes aan de pomparmen zijn bevestigd
(Figuur 13).
Opmerking: Mogelijk kan u de rechterbout niet
verwijderen omdat de hydraulische slang in
de weg zit. Verwijder de bout wanneer
u de pomparmen vervangt in procedure
8 De achterste dwarsbeugel en kabels monteren (bladz. 7).
4
5
Figuur 5
4. Kabels en kabeleindes
5. Verwijder het filter van de
R-klem
6. Achterste dwarsbeugel
5. Verwijder de lager aan het stanguiteinde van elk
kabeleinde dat verbonden was met de stuurhendel.
6. Zet de grote R-klem los en verwijder het filter van de
R-klem (Figuur 5).
7. Knijp de buisklem samen en druk deze door de
linkerkant van de dwarsbeugel (Figuur 5).
8. Verwijder de dwarsbeugel van de machine door de
vier bouten te verwijderen. Dit toebehoren en de
dwarsbeugel niet weggooien (Figuur 5).
9. Verwijder de rechterbeugel met de
nabijheidsschakelaar aan (Figuur 6).
1. Rechterbeugel met
nabijheidsschakelaar
4
De rijhendels verwijderen
G016247
Geen onderdelen vereist
Procedure
Opmerking: Bewaar al het toebehoren en de
montageonderdelen nadat de set geïnstalleerd is.
1. Verwijder de kabelboom van de dodemansknop
(OPC).
2. Verwijder de beide draaibeugels bovenaan het
bedieningspaneel door de 4 moeren en bouten te
verwijderen (Figuur 8).
3. Schuif de linkerrijhendel naar het midden, van de as
en verwijder hem.
4
1
g015788
Figuur 6
2. Verwijder deze moeren en
bouten
2