Montage van de regeling
De regeling moet worden gemonteerd op een goed toegankelijke plaats
buiten de verkeerswegen. Wanneer enkel geautoriseerde mensen deze
mogen bedienen dient een extra beveiliging te worden aangebracht.
afmetingen
in millimeter
99
Montage van de thermovoelers
Montage van de thermovoelers
Montage van de thermovoelers
Montage van de thermovoelers
Om een verschiltemperatuur te kunnen meten zijn twee KTY – thermo-
voelers nodig.
ventilator
isolatieplaat tussen de wand en de voeler worden voorzien.
De thermovoelers worden met 2-aderige kabels aan de regeling gekop-
peld. De aansluitingen hebben geen poolrichting. Let wel op de correcte
aansluitingen : thermovoeler " Onder" aan de klemmen 5 + 6; thermo-
voeler " Boven " aan de klemmen 6 + 7.
Waarden voor de controle van het functioneren van de thermovoelers
zijn :
bij 20° C: weerstand ca. 1879
⇒
bij 30° C: weerstand ca. 2035
⇒
12
Een bijgeleverde boormal vereenvoudigd
de montage. De bevestigingspunten kun-
nen eveneens uit naast staande tekening
worden overgenomen. De bevestigings-
materialen zijn niet bijgeleverd.
Na de bevestiging van de regeling kun-
nen de kabels worden binnengebracht
via de voorgepreegde kabeldoorvoerin-
99
gen onderaan en door de meegeleverde
kabeldoorvoeren.
min. 3 m
thermovoeler,
boven
thermovoeler,
onder
1,5...2,0 m
De bovenste thermovoeler moet
tegen het dak worden gemonteerd
op een minimum afstand van 3
meter van de dakventilator. Ver-
mijd plaatsingen in de nabijheid
van lucht in- en uitgangen ( kana-
len, deuren, poorten, e.d.m.).
De onderste thermovoeler wordt
op een hoogte van ca. 1,5 m ge-
monteerd. Er moet gelet worden
dat de voeler niet in het stromings-
gebied van een ventilator bevindt.
Word de voeler op een koude bui-
tenwand gemonteerd moet een