Figuur 30
1. Aandrijfas
2. Inbusbouten en
borgmoeren
D.
Draai de borgmoeren vast om het eindjuk
aan de as van de tandwielkast te bevestigen
(Figuur
30). Draai de borgmoeren vast met
een torsie van 20 tot 25 N·m.
4.
Schakel de motor in en laat het maaidek volledig
naar boven komen. Zet de motor af en haal het
sleuteltje uit het contact.
5.
Zorg ervoor dat de trekkoppeling overeenkomt
met het draagframe en bevestig de koppeling
met de borgpen
(Figuur
borgpen aan het frame met de borstbout
29).
6.
Breng de maaihoogtepen op de gewenste
maaihoogte aan in de maaihoogtebeugel
31).
Figuur 31
1. Maaihoogtepen
7.
Smeer de smeernippels van de aandrijfas.
g012230
3. Rolpen
4. Tandwielkast
29). Bevestig de
(Figuur
(Figuur
g017278
2. Maaihoogtebeugel
8.
Plaats zekering F1 (15 A) in de zekeringhouder.
18