Inhoudsopgave
Advertenties
4. Installatie en electrische aansluitingen
• Boor de nodige gaten in de onderkant. (Fig. 4.1).
• B e v e s t i g d e s t u u r k a s t . G e b r u i k b o l v o r m i n g e k r u i s s c h r o e v e n ( m a x
Ø 10mm) (afstand voor de gaten: zie Fig. 4.2).
• Steek de kabel (glands) en gegolfde buizen in de behuizing vanaf de onderkant in de behuizing.
• Vooraleer de stroomtoevoer aan te sluiten, zorge ervoor dat de data van het label overeenkomen
met die van de hoofstroomtoevoer.
• Er moet een meervoudige openingsafstand van de contacten voorzien zijn, gelijk aan of groter
dan 33mm.
• Controleer of er bovenstrooms de elektrische installatie een geschikte differentieelschakelaar
en een overstroombescherming zijn.
• Gebruik een elektrische kabel (type H05RN-F 3G1.5 of H05RR-F) en sluit aan op de terminals
L (bruin), N (blauw),
NB: max. toegestane kabelsectie is AWG14 (2mm
• Ontmantel het gedeelte van de stroomkabel in line with the terminal???, en gebruik een ka-
belbinder om op zijn plaats te houden [A].
• Om te voldoen aan de van kracht zijnde Reglementeringen, sluit de behuizing wanneer de
kabels aangesloten zijn op de terminal.
De aansluitingen aan de hoofdstroomtoevoer en aan mogelijke laagspanningska-
bels (230V) buiten de stuurkast moeten op een apart kanaal gebeuren, apart van de
i
aansluitingen aan de stuurkast en veiligheidstoebehoren (SELV = Safety Extra Low
Voltage). De geprofileerde kabels??? moeten in de stuurkast gaan via de gaten in de
basis behuizing (een paar centimeter)????
• Let op dat er geen scherpe kantjes zijn die de kabel kunnen beschadigen.
• Zorg er voor dat de geleidingen voor de hoofdtoevoer (230V) en de geleidingen voor de bijhorende
stroomtoevoer (24V) apart zitten.
• De kabels moeten dubbel geïsoleerd zijn, gemanteld??? bij de desbetreffende aansluitingster-
minals, en moeten met ... op hun plaats gehouden worden [B] (niet meegeleverd).
• Indien nodig, bevestig de scharnieren onderaan en bovenaan de behuizing (links of rechts,
naar believen) (Fig. 4.4, pagina 6).
• Na alle aanpassingen en instellingen gedaan te hebben, bevestig het deksel met de meege-
leverde schroeven (Fig. 4.5, pagina 6).
Fig. 4.1
www.aesystems.be
(geel/groen) in de automaat (Fig. 4.3, page 6).
).
2
Fig. 4.2
5
AE
S
Automatic Entrance
ystems
Advertenties
Inhoudsopgave
