W a n n e e r h e t i n k o m e n d synchronisatiesignaal v a n d e v i d e o
l
verandert,kan het beeld wegvailen.
ogenblik dat het inkomend signaal verandert.
q
signaal stabiel wordt.
geselecteerde kleurenbalans aan (zie hoofdstuk
Nr.2)
Bovendien is er ook nog een door de gebruiker ingestelde kleurenbalans
(Nr.3) beschikbaar indien u reeds een eigen kleureninstelling opgeslagen
in het hoofdstuk"Kleurinstellingen".
behulp van de knop[ +]/I-].
Druk op de knop [-]om van kleurenbalans Nr.3(indien beschikbaar)over te
schakelen naar Nr.2 en van Nr.2 naar Nr.l.Door op de[+]knop te drukken,schakelt
u over van kleurenbalans Nr.1 naar Nr.2 en van Nr.2 naar Nr.3 indien deze laatste
beschikbaar is.
1 Standaard kleurenbalans Nr.1
(LED knippert 1 maal.)
q
+
druk op de [ +]-knop
2 Standaard kleurenbalans Nr.2 (temperatuur ongeveer
(LED knippert 2 maal)
+ druk op de[+]-knop
3 Door gebruiker ingestelde kleurenbalans(indien beschikbaar)
(LED knippert 3 maal)
"knop
COLOR").
(temperatuur ongeveer 9300
druk op de[-I-knop
pdruk op de]-]-knop
K)
q
6500 K)
q