Probleem
Laag pomprendement.
De motor draait, maar de pomp
pompt niet.
Uitzonderlijk sterke verflekkage in de
halspakkingmoer.
334471H
Wat te controleren
Als alles ok is, gaat u door
naar de volgende controle
Pompstang beschadigd.
Lage afslagdruk.
De zuigerpakkingen zijn versleten of
beschadigd.
De O-ring in de pomp is versleten of
beschadigd.
De kogel van het inlaatventiel zit vol
materiaal.
Grote drukval in de slang bij zware
materialen.
Controleer of het verlengsnoer de
juiste maat heeft.
Losse motorborstels en klemmen.
Versleten motorborstels. (De
borstels moeten minimaal 13 mm
lang zijn).
Kapotte of verkeerd zittende
borstelveren. Het opgerolde
gedeelte van de veer moet recht op
de bovenzijde van de koolborstel
rusten.
De borstels zitten klem in de
houders.
De verbindingsstang is beschadigd.
Zie de pomphandleiding.
Tandwielen of aandrijfhuis
beschadigd.
De halspakkingmoer zit los.
De halspakkingen zijn versleten of
beschadigd.
De verdringerstang is versleten of
beschadigd.
Probleemoplossing
Wat te doen
Als iets bij de controle niet ok
is, kijkt u in deze kolom
Repareer de pomp. Zie de
pomphandleiding.
Draai de drukregelknop helemaal
rechtsom. De regelknop moet op de
juiste wijze zijn aangebracht zodat het
mogelijk is om de knop volledig
rechtsom te draaien. Als het probleem
blijft aanhouden, vervangt u de
drukomvormer.
Vervang de pakkingen. Zie de
pomphandleiding.
Vervang de O-ring. Zie de
pomphandleiding.
Reinig het inlaatventiel. Zie de
pomphandleiding.
Verminder de totale lengte van de
slang.
Zie Verlengsnoeren, pagina 12.
Draai de klemschroeven aan. Vervang
de borstels als de draden beschadigd
zijn.
Vervang de borstels.
Vervang de veer als hij kapot is. Lijn de
veer weer uit op de koolborstel.
Reinig de borstelhouders, verwijder
stof van koolstof met een kleine
reinigingsborstel. Laat de
borsteldraden evenwijdig lopen aan de
gleuf in de borstelhouder om zeker te
zijn van een vrije verticale beweging
van de borstels.
Vervang de
verbindingsstangconstructie.
Zie de pomphandleiding.
Controleer het drijfhuis en de
tandwielen op beschadigingen en
vervang ze indien nodig.
Verwijder het afstandsstuk van de
halspakkingmoer. Draai de
halspakkingmoer net voldoende aan
om het lekken te stoppen.
Vervang de pakkingen. Zie de
pomphandleiding.
Vervang de stang. Zie de
pomphandleiding.
29