Aansluiting op audio-/videocomponenten
Netsnoerroutering
Na het plaatsen van de Niagara 5000EU, moet een geschikt 16 ampère high-current netsnoer worden aangesloten op
de AC-ingangsconnector (IEC-C20) op het achterpaneel. Het netsnoer moet een IEC-C19 vrouwelijke eindconnector
hebben en een geaarde mannelijke 220-240VAC Schuko-stekker. We raden het gebruik aan van een AudioQuest
16-amp-rated Wind-serie of High-Current Storm-serie netsnoer. Aangezien deze kabels voorzien zijn van geleiders die
nauwkeurig gecontroleerd zijn voor een ruisarme directionaliteit, zullen ze de best mogelijke resultaten garanderen
van de Niagara 5000EU Ground-Noise Dissipation Technology.
Wanneer u naar het achterpaneel van de Niagara 5000EU kijkt, bevindt de IEC-C20-ingang zich aan de linkeronderkant
van het apparaat. Het netsnoer moet worden aangesloten op een geschikt stopcontact (zie "Stroombron", pagina 6).
Indien mogelijk, is het best om ten minste drie inch (ongeveer 7 cm) afstand te behouden tussen netsnoeren en
eventuele signaalkabels. Waar dit niet mogelijk is in een praktische lay-out van systeembekabeling, is het best om de
netsnoeren te kruisen met signaalkabels op een hoek van 90 graden om de opgewekte ruis te minimaliseren.
Netsnoeren aansluiten op de NRG Schuko-stopcontacten van de Niagara 5000EU –
WAARSCHUWING!
De AudioQuest NRG Schuko AC-stopcontacten hebben, (net als alle Schuko contrastekkers) een aansluiting met
omkeerbare polariteit. Hoewel beide oriëntaties veilig te gebruiken zijn, is er slechts één correct voor de minste
ruis en dus voor de beste prestaties. Alle Schuko-AC-uitgangen (1 tot en met 12) kunnen worden gemeten met een
polariteitscontroleapparaat om te bepalen welke oriëntatie het beste is voor de aansluiting van het netsnoer op uw
wandcontactdoos. Zorg ervoor dat u de stroomschakelaar/stroomonderbreker op het voorpaneel tussen metingen
uitschakelt en de snoeren loskoppelt.
Om de optimale oriëntatie van de netsnoeren van de stopcontacten te bepalen, is een polariteitscontroleapparaat of
een digitale multimeter niet altijd ideaal. Dit komt omdat veel componentvoedingen bidirectioneel zijn, waarbij de
ene richting doorgaans minder stroomlekkage vertoont dan de andere. Om te bepalen welke oriëntatie het beste is,
raden we aan om naar elk component afzonderlijk te luisteren. Zodra de optimale oriëntatie is vastgesteld, markeert
u het stopcontact en de stekker van het netsnoer dienovereenkomstig. De eenvoudigste manier om dit te bepalen is
zonder signaal aanwezig, maar met alle volumeregelaars op maximum. De stillere van de twee oriëntaties is de juiste.
Voor lijnniveau-componenten kan het nodig zijn om met uw oor naast de hoogfrequente driver van de luidspreker te
luisteren of een bekende audiotrack te gebruiken om het meest coherente, niet-vervormde geluid te bepalen.
Markeer de polariteit of oriëntatie op stopcontacten of snoerstekkers discreet met plakband of een inktpen die kan
worden verwijderd met isopropylalcohol of een huishoudelijk schoonmaakmiddel op een wattenstaafje.
High-Current | Low-Z stroomuitgangen
Er zijn twee High-Current/Low-Z-banken (uitgangen aangeduid met "1" tot en met "4"). Deze uitgangen zijn voorzien
van onze tijdelijke stroomcorrectietechnologie (90 A piek - duur tot 25 mS) en ontworpen om de prestaties van
eindversterkers te verbeteren via het transiënte stroomreservoir met lage impedantie van ons circuit. Eindversterkers,
monoblokversterkers, geïntegreerde versterkers, actieve ontvangers of actieve subwoofers moeten worden
aangesloten op deze vier uitgangen. De primaire mono, stereo of meerkanaals eindversterker(s) moeten worden
aangesloten op uitgang 1. Dit schakelt het standby-detectiecircuit in, waarvoor de stroomafname vereist is van
een eindversterker die is aangesloten op (en alleen op) uitgang 1. Qua geluidsprestaties is er geen verschil tussen
uitgangen 1 t/m 4. Als het standby-detectiecircuit niet wordt gebruikt en de bypass-schakelaar van het detectiecircuit
is ingesteld op "Ingeschakeld", kunnen de drie high-current-uitgangen worden gebruikt.
Ongeacht de werkingsklasse of circuittopologie (klep, solid-state, digitaal of anderszins), zal het tijdelijke
stroomcorrectiecircuit de stroom van een eindversterker niet comprimeren. . Het zal daarentegen de prestaties van
de versterker verbeteren door de stroombron met lage impedantie te leveren die de voeding van de versterker zo
hard nodig heeft.
7