SATEL
– start de draadloos ruisniveau test / verandert de vernieuwingsfrequentie van de
testerindicator.
draadloos signaalniveau / draadloos ruisniveau indicator. Deze bestaat uit 7 LED's.
2 geel en 5 groen. Het draadloze signaal / draadloos ruisniveau wordt uitgedrukt als een
percentage.
De batterij moet worden opgeladen als alle indicator LED's knipperen.
rode LED indicatie:
AAN – de indicator toont het draadloos signaalniveau ontvangen door de tester van de
controller,
knippert – de indicator toont het radio signaalniveau ontvangen door de controller van de
tester,
rode LED indicatie:
– testen van het draadloos ruisniveau is uitgeschakeld,
AAN
– testen van het draadloos ruisniveau is ingeschakeld, Het aantal keer
knippert
knipperen komt overeen met het nummer van het kanaal waarin het
ruisniveau wordt getest.
Als de tester uitgeschakeld is en de oplader aangesloten is geeft de LED het volgende
aan:
– batterij volledig opgeladen,
AAN
– batterij wordt geladen.
knippert
type-B micro-USB poort voor aansluiten van een lader of een computer.
3 Werking
3.1 Opstarten
Druk op de
toets en houd voor ongeveer 3 seconden. Beide rode LED's gaan branden,
er klinken 4 korte piepjes gevolgd door 1 lange piep.
3.2 Testen van het draadloos signaalniveau
1. Voeg de tester toe aan het draadloze systeem (zie de ABAX 2 controller handleiding).
Het serienummer van elke tester is 0000500. Nadat het aan het systeem is toegevoegd,
selecteert de tester automatisch het beste draadloze kanaal voor communicatie
(het ABAX 2 systeem gebruikt 4 kanalen in de 868 MHz frequentieband).
De tester wordt geïdentificeerd als ARF-100 in het INTEGRA / VERSA alarmsysteem.
Slechts één tester kan in het draadloze systeem worden gebruikt.
Wanneer het testen van het draadloos ruisniveau bezig is, kunt u de draadloze
kanalen wisselen die door de tester worden gebruikt.
2. Start de test mode in de controller.
3. Plaats de tester op de locatie van toekomstige installatie van een ABAX 2 apparaat.
4. Controleer het draadloos signaalniveau ontvangen door de tester van de controller en het
signaalniveau ontvangen door de controller van de tester (zie "Wijzigen van de
werkingsmode"). Als het signaalniveau lager is dan 40%, plaats de tester dan op een
ARF-200
3