3. Druk op de toets ON/OFF (16).
ð Het apparaat wordt ingeschakeld in de bedrijfsmodus
Automatisch bedrijf.
4. Kies de gewenste bedrijfsmodus.
Het apparaat schakelt de bedrijfsmodi Koeling en Ontvochtiging
automatisch uit als de condensopvangbak vol is. De led
Waterpeil (15) knippert en er klinkt een toonsignaal.
Bedrijfsmodi instellen
Het apparaat heeft de volgende bedrijfsmodi:
• Automatisch bedrijf
• Koeling
• Ontvochtiging
• Ventilatie
Automatisch bedrijf
In de bedrijfsmodus Automatisch bedrijf wordt de Koeling en de
Ventilatie afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de vast
vooringestelde doeltemperatuur van 24 °C geregeld.
1. Druk op de toets Mode (18) tot de led Automatisch
bedrijf (19) brandt.
ð Bij een omgevingstemperatuur > 25 °C werkt het
apparaat automatisch in koelbedrijf. De leds
Automatisch bedrijf (19), Koeling (19),
Ventilatorsnelheid (27) en evt. Compressorbedrijf (17)
branden. In de combinatie Automatisch bedrijf en
Ventilatorbedrijf kan de gewenste ventilatorsnelheid
worden ingesteld met de toets SPEED (26).
ð Het apparaat schakelt bij een omgevingstemperatuur
≤ 25 °C automatisch naar ventilatorbedrijf. De leds
Automatisch bedrijf (19), Ventilatie (19) en
Ventilatorsnelheid (27) branden. In de combinatie
Automatisch bedrijf en Ventilatorbedrijf kan de
gewenste ventilatorsnelheid worden ingesteld met de
toets SPEED (26).
Koeling
In de bedrijfsmodus Koeling wordt de ruimte afgekoeld tot de
gewenste doeltemperatuur.
1. Druk op de toets Mode (18) tot de led Koeling (19) brandt.
ð De bedrijfsmodus Koeling is ingesteld.
ð De doeltemperatuur wordt op de segmentweergave (28)
weergegeven.
2. Kies met de toetsen Waarde verlagen (22) of Waarde
verhogen (23) de gewenste doeltemperatuur. De
temperatuur kan worden ingesteld tussen 18 °C en 32 °C.
ð Op de segmentweergave (28) knippert de gewenste
doeltemperatuur ca. 5 s.
ð De compressor wordt indien nodig ingeschakeld en de
led Compressorbedrijf (17) brandt.
NL
Ontvochtiging
In de bedrijfsmodus Ontvochtiging wordt de luchtvochtigheid in
de ruimte verlaagd.
De temperatuur kan niet worden versteld en de ventilatie draait
met de laagste snelheid.
Info
Verwijder tijdens de bedrijfsmodus Ontvochtiging de
luchtafvoerslang, omdat anders de ontvochtiging te
gering is.
1. Druk op de toets MODE (18) tot de led Ontvochtiging (19)
brandt.
ð De bedrijfsmodus Ontvochtiging is ingesteld.
ð De actuele ruimtetemperatuur wordt op de
segmentweergave (28) weergegeven.
ð De temperatuur en de ventilatorsnelheid (snelheid 1)
zijn in deze bedrijfsmodus vooringesteld en kunnen niet
worden gewijzigd.
Info
Wordt het apparaat gebruikt in een zeer vochtige
omgeving, moet het ontstane condens regelmatig
worden geleegd (zie hoofdstuk condensreservoir
legen).
Condensafvoerslang aansluiten
Wordt het apparaat gedurende een langere periode gebruikt of
als u de tank niet continu wilt legen, bestaat de mogelijkheid
een condensafvoerslang op de slangaansluiting aan te sluiten.
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
ü Het apparaat is van het stroomnet gescheiden.
1. Transporteer, resp. rol het apparaat voorzichtig naar een
geschikte locatie, om het condens te laten weglopen (bijv.
een afvoer) of zet een geschikt opvangreservoir klaar
onder de condensafvoer.
2. Schroef de afsluitdop linksom van de slangaansluiting (13).
3. Verwijder de rubberplug uit de slangaansluiting.
4. Bewaar de afsluitdop en de rubberplug voor later gebruik.
lokale airconditioner PAC 3500 X
11