Kanaalinstelling
Uw zendsysteem heeft vier kanalen en kan dus op vier
verschillende frequenties zenden.
De kanaalschakelaar bevindt zich bij beide apparaten aan de
onderkant.
– Stel de zender en ontvanger in op hetzelfde kanaal.
– Probeer uit welke van de kanalen A/B/C/D de beste
ontvangst biedt.
– U kunt de vier kanalen ook gebruiken als vier
zendsystemen.
Houd er rekening mee dat de bij het gebruik uitgezonden
radiosignalen andere zendsystemen zoals een W-LAN
kunnen beïnvloeden. Stel in dat geval een ander kanaal in
voor de signaaloverdracht.
25